Jan-Willem Lubbers
silence · simplicity · solitude
≡
2038
maandag, 2 september 2024. – Mijn baan omvat maar vierentwintig uur (verdeeld over vijf dagen) en is een kwartiertje lopen van mijn appartement. Je zou dus kunnen veronderstellen dat ik vrije tijd genoeg heb om te lezen en te schrijven. In theorie is dat zo, maar de praktijk valt tegen. Er zullen weinig banen zijn waarbij zoveel mensen voorbij komen, zoveel verschillende mensen ook. Een parade van personages, noem ik dat wel eens. Het meeste contact verloopt zeer basaal, een groet, het beantwoorden van een vraag (dit was toch in de bonus?), het afrekenen en tot slot weer een groet en de volgende klant dient zich alweer aan. Bij een kleine groep mensen gaat het gesprek wat verder, we herkennen elkaar, we hebben al eens eerder gesproken in een tijd dat er geen rij voor de kassa stond en er dus ruimte was voor een gesprekje. Sommige klanten beginnen mij te kennen als iemand die zo'n gesprekje niet ontloopt. Vaak ben ik degene die nog even informeert (hoe gaat het ondertussen met uw vrouw?). Het is inschatten bij wie je het wel en niet kunt doen, maar humor is een deel van mijn benadering en soms pakt dat wonderwel goed uit (zoals de mevrouw in de scootmobiel die de slappe lach kreeg nadat ik haar het bonnetje had gegeven met de opmerking dat deze niet voor te hard rijden was). Eenvoudig vriendelijk zijn, dat is de kern. Maar als mijn werktijd erop zit en ik het elastiekje van concentratie kan loslaten, merk ik pas hoe vermoeiend al dit sociale contact kan zijn. Eenmaal thuis val ik dan in slaap boven mijn lectuur en dat vind ik uitermate frustrerend. Kan ik gaan doen waar ik voldoening uit put, ben ik te moe, moet de batterij opgeladen worden. Ik heb geen moeite met sociaal contact, maar het kost me helaas zoveel energie, waardoor, zo merk ik, ik buiten mijn werk het sociale contact neig te ontlopen. Thuis is dan wat John Koethe zo mooi omschrijft als this space where I can / Linger with the silence curling all around me
.
18.9.2024
2037
maakte het dan uit hoeveel sigaretten hij rookte
maakte het dan uit hoeveel boeken hij las
zij zal daar zijn
waar vallend water
de stilte in zijn woorden merkt
16.9.2024
2036 in den beginne was het woord (8)
democide
Ze herinneren ons aan de grote kwetsbaarheid van de democratie: terwijl het opbouwen van een democratie een zware taak is die minstens een mensenleven in beslag kan nemen, is de vernietiging ervan, of 'democide', makkelijk en kan zich snel voltrekken.
John Keane 'Democide is zo gepleegd' in: De Groene Amsterdammer 2024/37, 42
16.9.2024
2035 marginalia (12)
Val jij op vrouwen of mannen?
Ik val op boekwinkels.
Haha, nou, die zeuren tenminste niet.
Dan ben jij nog nooit in boekwinkel geweest, sommige boeken zeuren de hele tijd 'koop mij, koop mij, koop mij' en 'hé schatje, loop jij zomaar de winkel uit zonder één van ons?'.
間
Dus, jij hebt niet rechts gestemd?
Nee natuurlijk niet, sommige rechtse politici staan voor alles waar ik een intense hekel aan heb.
Ben jij dan tegen de boeren?
Alleen tegen boeren die rechts stemmen.
間
''Eigenlijk' 'zou' 'je' 'elk' 'woord' 'tussen' 'aanhalingstekens' 'moeten' 'plaatsen' 'en' 'deze' 'zin' 'ook'.'
間
Wat is dat toch met die monotheïstische godsdiensten jodendom, christendom en islam, met die onderlinge animositeit, terwijl ze toch alle drie streven naar vrede?
間
Dat juist witte Amerikanen het woord omvolking gebruiken, wat zouden Indianen daarvan vinden?
間
Iemand die vraagt om je geduld zal je dus laten wachten.
12.9.2024
2034 opsafaries (6)
ziet hoe in het oneindige rimpelende
rafelende niets de ochtend ontwaakt
in de ogen van een demon
afgevinkt op de zevende dag zag zij
dat de vrucht van goed en kwaad
scheep was gegaan met een oude man
naar daar waar water schaterend
de middagzon het schone goede ware
laat ondergaan in de vallende
nacht van de herinnering aan
hoor hoe in het oneindige rimpelende
rafelende niets de ochtend ontwaakt
3.9.2024
2033 dagboek van een lezer (39)
week 32
woensdag, 7 augustus 2024. –
Stella Sandford 'Seeing plants anew' in: Aeon, 2 August 2024, online
Campfire Stories Rewilding A Forest | Artist and Poet Maria "Vildhjärta" Westerberg via YouTube
間
week 34
woensdag, 21 augustus 2024. –
Peter Salmon 'How Two Leftist Scholars Saved Nietzsche's Archive' in: Jacobin, online
Einzelgänger Our Great Depression is Our Lives | The Philosophy of Fight Club via YouTube
間
week 35
dinsdag, 27 augustus 2024. –
Mat Messerschmidt 'Over Man. On Nietzsche and our crisis of masculinity' in: The Point, 16 augustus 2024, online
間
zondag, 1 september 2024. – Gelukkig, de maand augustus is voorbij. Ik weet niet wanneer het begonnen is, het moet ergens in mijn studententijd geweest zijn, maar de maand augustus ervaar ik als de meest deprimerende maand van het jaar. In augustus is iedereen altijd maar weg, op vakantie en al zou ik de mensen wellicht ook niet gezien hebben als ze niet op vakantie waren, het idee dat de mogelijkheid er niet is maakt me schijnbaar neerslachtig. Ik denk dat veel met H. te maken heeft, dat augustus de maand was waarin ik haar het meeste miste en dat dat gevoel zich heeft vastgehaakt in mijn hoofd. Om aan dat gevoel te ontsnappen ging ik er in de maand augustus relatief vaak op uit. Naar musea, naar de bioscoop. Later, toen ik trouwde, vader werd, ging het gevoel ondergronds, maar veel dat ondergronds ging, kwam na de echtscheiding weer boven water. Ik heb me er sowieso over verbaasd hoeveel gewoonten uit mijn studententijd tevoorschijn kwamen toen ik weer alleen ging wonen. Natuurlijk, er zijn grote verschillen, maar er is ergens achter het oppervlakkige leven een basisgevoel dat me nooit verlaten heeft. Het is het gevoel er niet te horen zijn, misplaatst te zijn, ik was niet de bedoeling en een voortdurende verbazing over waarin ik terecht gekomen ben, in deze uitermate vreemde wereld die zo mooi en waarachtig zou kunnen zijn (en het soms, een moment lang ook is), maar door de zelfdestructie van het dier mens zo leugenachtig en buitengewoon lelijk geworden is. De gedachte dat er schoonheid in lelijkheid schuilt is een uitvlucht, een sympathieke uitvlucht, een uitvlucht waarvan ik me ook bedien, maar toch, een uitvlucht. Deze gevoelens zijn het sterkste in augustus, vooral wanneer de zon alles overmatig belicht, wanneer op de warmte niet meer te kleden valt, wanneer mensen massaal naar het strand, meertjes enz. gaan om af te koelen en ik de gordijnen sluit om het licht buiten te laten, rustgevende muziek opzet, de laptop open en deze woorden schrijf. De angst dat augustus zich voortzet in september, dat augustus op een dag nooit meer voorbij gaat. Pas wanneer de bladeren verkleuren, de paddenstoelen verschijnen en de avonden zich vroeger aandienen, pas dan zal ik wellicht weer wat vertrouwen voelen dat het allemaal goed komt. Dan is er weer schoonheid dat troost biedt.
Iets van die schoonheid en troost vond ik onlangs in een lang gedicht van John Koethe. Ik maakte de eerste keer kennis met zijn poëzie in een artikel van Tom Van de Voorde in DW B, maart 2022. Naar aanleiding daarvan kocht ik Walking Backwards. Poems 1966-2016, een verzamelbundel. Het is niet een boek dat ik van a tot z lees, maar dat ik zo nu en dan uit de kast pak. Aangenaam was dan ook de verrassing dat er in het prachtige en onvolprezen tijdschrift Terras 25 opnieuw aandacht was voor John Koethe en wel in de vorm van een inleiding van Tom Naaijkens en een vertaling van het gedicht Falling Water door Tom Van de Voorde. (Waarmee en passant voor mij de waarde van het lezen van (literaire) tijdschriften aangetoond is.) Natuurlijk zocht ik het origineel erbij (ook hier te lezen). Fragmenten in het lange gedicht die me troffen:
(…)
I wish I knew a way of looking at the world
That didn't find it wanting, or of looking at my
Life that didn't always see a half-completed
Structure made of years and filled with images
And gestures emblematic of the past, like Gatsby's
Light, or Proust's imbalance on the stones.
I wish there were a place where I could stay
And leave the world alone — an enormous stadium
Where I could wander back and forth across a field
Replete with all the incidents and small details
That gave the days their textures, that bound the
Minutes into something solid, and that linked them
All together in a way that used to seem eternal.
(…)
It brings them back to me. I have the inwardness
I think I must have wanted, and the quietude,
The solitary temper, and this space where I can
Linger with the silence curling all around me
Like the sound of pure passage, waiting here
Surrounded by the furniture, the books and lists
And all these other emblems of the floating world,
The prints of raindrops that begin as mist, that fall
Discreetly through the atmosphere, and disappear.
(…)
Somewhere in Remembrance of Things Past, Marcel,
Reflecting on his years with Albertine
— with X —
Suggests that love is just a consciousness of distance,
Of the separation of two lives in time and space,
I think the same estrangement's mirrored in each life,
In how it seems both adequate and incomplete — part
Day to day existence, part imaginary construct
Beckoning at night, and sighing through my dreams
Like some disconsolate chimera, or the subject
Of a lonely, terrifying sadness; or the isolation
Of a quiet winter evening, when the house feels empty,
And silence intervenes.
(…)
It's not as though the past had never happened:
All those years were real, and their loss was real,
And it is sad — I don't know what else to call it.
I'm glad that both of us seem happy. Yet what
Troubles me is just the way what used to be a world
Turned out, in retrospect, to be a state of mind,
And no more tangible than that. And now it's gone,
And in its place I find the image of a process
Of inexorable decay, or of some great unraveling
That drags the houses forward into emptiness
And backwards into pictures of the intervening days
Love pierced together out of nothing.
(…)
John Koethe 'Falling Water' in: Walking Backwards. Poems 1966-2016, 127, 131, 135 & 138
Fallingwater, zo wordt een huis genoemd dat de architect Frank Lloyd Wright ooit ontwierp, maar daar gaat het gedicht van Koethe vooral niet expliciet over. En zoals dat gaat, ik was zelf met een tekst bezig over het bezoek van de pianostemmer en die tekst verbond zich (zeer impliciet) met het gedicht van Koethe, waarbij ik met genoegen nu het vallend / water langs de muur
in Opsafaries (5) zie terugkomen, niet denkend aan het gebouw, maar aan de film De Spiegel van Andrej Tarkovski. Zo verbinden de rafelige draadjes zich schijnbaar in mijn gedachten: de pianostemmer, de Nocturnes van Frédéric Chopin, John Koethe, Andrej Tarkovski, Fallingwater, augustus, W. en H. Zo werkt schrijven bij mij, als een wandeling in een bos, waarbij ik dan weer geraakt wordt door die ene tak, struikel over een boomwortel, de wind hoor ruisen in het loof of licht zie vallen op een open plek.
Seven Beats Music Seven Beats Music · Chillstep 24/7 Radio Stream [Future Garage, Work, Calm, Focus, Melancholic] via YouTube
Goede Zaken Goede Zaken Innovatief met Hanneke Bonfrer via YouTube
Fallingwater Livestream of the Iconic View of Fallingwater via YouTube
1.9.2024
2032 opsafaries (5)
hij heeft een vrolijke noot totdat
de stemming zweeft in de hoop
dat Zimmermann een nachtlied
zal laten klinken als vallend
water langs muren met oren
gespitst en zwijgende ogen
door het duister van wat ooit
was en nooit meer zal
zij zich blind turen op
de afgrond van
de laatste
31.8.2024
2031 in den beginne was het woord (7)
Torschlusspanik
47 is Laura inmiddels, de leeftijd waarop er met vrouwen iets gebeurt dat in het Duits zo treffend Torschlusspanik wordt genoemd.
Marja Pruis 'Heks op het platteland' in: De Groene Amsterdammer 2024/34, 54
27.8.2024
2030 honderd woorden (41)
Op de vraag naar het verschil antwoordde hij dat proza zin heeft en poëzie onzin en dat onzin soms meer zin heeft en zin meer onzin. Dat was niet het juiste antwoord. Dus vertelde hij dat proza poëtisch en poëzie prozaïsch kan zijn. Dat was ook niet de oplossing, vond zij. Kijk dan, zei hij, het is een kwestie van vorm, proza staat dicht, poëzie is luchtig, vorm gaat over ruimte. Niet alleen op papier, maar ook in figuurlijke zin, probeerde hij nog. Hij begreep er niets van, lachte ze. Poëzie en proza, het komt uiteindelijk allemaal op hetzelfde neer.
26.8.2024
2029 opsafaries (4)
gelukkig kan water koken anders
fluit de fluit voor niets
aan de ketel
gelukkig kan wind waaien anders
bewegen bomen voor niets
als een dans
in een vacuüm waar toch iets
uit niets ontstaat
gelukkig kan hij liefhebben anders
pompt zijn hart voor niets
in koelen bloede
25.8.2024
2028 zonder context (132)
Eenzaamheid is een gerecht dat je in je eentje verorbert.
Achille Chavée 'Afkooksels' in: DW B 2024/1, 64
Wanorde is een wanhoopskreet van de orde.
Achille Chavée 'Afkooksels' in: DW B 2024/1, 64
Terug naar af, maar niet om opnieuw te beginnen.
Louis Scutenaire 'Mijn inscripties' in: DW B 2024/1, 68
Ik speel voortdurend een vraag- en antwoordspelletje met mezelf om te vergeten dat ik alleen ben.
Dany Laferrière 'Ik ben een Japanse schrijver' in: Terras 25, 11
Principiële geweldloosheid is principiële wetteloosheid, een anarchie, een chaos waarvan de consequenties amper te overzien zijn.
Arnon Grunberg 'Je moet met de doden onderhandelen' in: De Groene Amsterdammer 2024/33, 45
Als de beschaving zegt: de mens is de temmer van het beest, dan moeten wij ook concluderen dat de temmer niets is zonder het beest dat van tijd tot tijd moet razen om te bewijzen dat het nog altijd getemd kan worden.
Arnon Grunberg 'Je moet met de doden onderhandelen' in: De Groene Amsterdammer 2024/33, 45
Ik zoek altijd naar een reden waarom ik het compliment en de emotie erbij stuk kan slaan.
Chantal Janzen in Teri van der Heijden en Rinskje Koelewijn "Presentator Chantal Janzen over danseres Igone de Jongh: ‘Zij is de zus die ik nooit heb gehad’" in: NRC 23 augustus 2024, online
24.8.2024
2027 in den beginne was het woord (6)
spookambtenaar
'Ik heb er al vijftigduizend spookambtenaren uitgegooid', zei de president triomfantelijk tegen hem gunstig gestemde media.
Remi Lehmann "'Milei offert zich voor ons op'" in: De Groene Amsterdammer 2024/34, 12
24.8.2024
2026 in den beginne was het woord (5)
emotienetwerkmethode
Omdag veel mensen het begrip erfgoed en het gegeven dat de betekenis niet vaststaat ingewikkeld vinden, is de emotienetwerkmethode zo eenvoudig mogelijk gemaakt. Daarnaast is een veilige sfeer belangrijk. Het gaat immers over beladen onderwerpen. Een sessie doet eigenlijk het meeste denken aan het kringgesprek van de basisschool, legt Hester Dibbits uit.
Eva Vriend 'Raaigras is mooi' in: De Groene Amsterdammer 2024/33, 28
22.8.2024
2025 opsafaries (3)
wanneer het dode tij voorbij is danst zij de flikflak terwijl
een zangeres haar handen heft en de vleugel zwijgt
krijst de paradijsvogel een lied in de nacht
voor de dove Beethoven tot leven want
de muze is niet gevonden na het da capo
en de tijd stilt niet na het al fine
zodat het water weer in de kraan stijgt
wanneer de zee geen golven meer heeft
dan zal de wereld weten dat de klok smelt
zodra een danseres in een schelp
de zon hoort ondergaan
21.8.2024
2024 opsafaries (2)
de verroeste emmer raakt vervuld van leegte en
de putdeksel opent om de stormende thee
naar de mond te praten maar
verlichting maakt het duister zichtbaar
een wieldop sprint een atleet voorbij
de maan een kaas met gaten waar
Satori in de afgrond loopt en de bode vraagt om
een kaakje gedoopt in de naam van de moeder
en de vader spaken rond het gat centreert
daar zijn yin en yang nabij
en verwart de panda zijn neus in andermans
14.8.2024
2023 opsafaries (1)
Het transcendentale bijzettafeltje helt vervaarlijk.
De bus vervoert dansende orang-oetans.
Maar de stuurman lacht ein Volk, ein Reich, ein Nebelscheinwerfer om.
Deze langspeel gaat over onder zijn matras.
Waar padden hophoppen op een rode oto en
bedorven trostomaatjes zwemmen naar de overkant.
Dit sonnet wil maar niet klaar komen.
Toch boert de boer zijn hooivork uit.
En wentelend rent een hond de broeikas in.
Zeven zonnebloempitten zweven naar de hemel, jawel!
Pardoes zeilt de boot de oppervlakte onder.
6.8.2024
2022 in den beginne was het woord (4)
expressiebehoefte
Opmerkelijk is ook dat Rodenbach in zijn expressiebehoefte de metaforiek van de Germaanse mythologie en de denkwereld van Wagner integreerde om fantasiebeelden op te roepen van liefde, seksualiteit, heroïek, noodlot en ondergang.
Willem van de Berg & Piet Couttenier Alles is taal geworden, 658
6.8.2024
2021 dagboek van een lezer (38)
week 31
maandag, 29 juli 2024. – Ondertussen heb ik het zevende deel uit de reeks Verzamelde romans van Vestdijk uitgelezen. Eerder schreef ik al over de moeite die ik had om geboeid te raken, omdat er vaak sprake was van een déjà lu met Kind tussen vier vrouwen. Toch boeide me uiteindelijk het derde deel van Sint Sebastiaan me, wellicht omdat het thematisch een eenheid vormt. Het speelt in Amsterdam waar de jonge Anton Wachter zijn tekentalent probeert te ontwikkelen en de strijd met de volwassenen om 'naakte poppen' te mogen tekenen. Anton mag het Rijksmuseum niet bezoeken vanwege zijn leeftijd (schijnbaar moest men in die tijd twaalf jaar zijn), maar een goedwillende tante neemt hem toch mee en doet net alsof Anton oud genoeg is. In het museum ziet Anton een schilderij dat hem fascineert.
Dit was, inderdaad, prachtig. Dit overtrof alles wat hij van zijn leven had gezien! De naakte romp met drie pijlen en de vier of vijf bloedstraaltjes, die in een langwerpig kolfje tot rust klonterden, betoverde hem al evenzeer als het gezicht, dat op de linkerschouder afhing, die opgezwollen, als ontwricht getekende schouder, waarin een pijl stak, zo netjes steil en in de goede richting scheef, alsof ermee geschreven werd. Omhooggesjord en stevig aan een boom gebonden was de rechterarm, die de tweede pijl bevatte; de derde zat even onder de ribben, eveneens rechts. Het gezicht was omgevormd, bijna zonder kin, met dikke lippen, lange wimpers, terwijl twee brede, wazige voren, onnatuurlijk ver over het voorhoofd heengetrokken tot onder het warrige meisjeshaar, de uitdrukking van smart voor hun rekening namen. Had men zijn hand op dat voorhoofd gehouden, of twee vingers slechts, want het was zeer laag, dan had men een week, sluimerend Italiaans jongensgezicht voor zich gezien, een weinig emotionerend en zeker niet verheven schouwspel. Stellig was het geen meesterwerk, deze Sint Sebastiaan van A. Cano, en zelfs de ongeoefende Anton meende slordigheden en benaderende vegen te ontdekken, die overigens niet de minste afbreuk deden aan zijn enthousiasme. Het ging immers niet om de kunstmiddelen, het ging om de werkelijkheid die hier was afgebeeld: om dat touw met zijn ongelooflijk ingewikkelde zeemansknopen, om die pijlen, die er zo glad en tevreden uitzagen, – als voorwerpen op de enige plaats waar ze thuishoorden, – om die pijlen in dat vlees, en dat bloed úit dat vlees, om die houding, die aan slapen deed denken, aan zweven, en ook aan dansen, omdat de rechterarm zo sierlijk gekromd was. Dit schilderij deed pijn, en tegelijkertijd fascineerde het hem, en dat waarlijk niet door de kosteloze weelde van medelijdende gevoelens voor een gefolterde heilige.
S. Vestdijk Sint Sebastiaan, 165
Het boek heeft als ondertitel De geschiedenis van een talent, maar ik vermoed dat het de bedoeling is dat vooral ironisch op te vatten. Anton heeft uiteindelijk helemaal geen talent, althans, niet voor tekenen. Ironisch lijkt me dan ook om Anton te vergelijken met deze Sint Sebastiaan, in de zin, dat het niet om letterlijke pijlen gaat, maar om pyschologische pijlen die de jonge Anton Wachter moet incasseren. Wel vroeg ik me af of de passage Het ging immers niet om de kunstmiddelen, het ging om de werkelijkheid die hier was afgebeeld
iets zegt over de poëtica van Vestdijk.
Wat ik zo heerlijk vind aan dit boek dat nog voor de Tweede Wereldoorlog geschreven is, dat de vele gedragingen en emoties van Anton Wachter en zijn vrienden nog steeds herkenbaar zijn voor mij. Weliswaar zijn de decors van het jongensleven verandert, toch zijn de observaties herkenbaar en ik denk dat dat niet komt, omdat ik evenals Anton Wachter opgegroeid ben in Friesland. Ook de fascinatie voor het schilderij herken ik, al was het in mijn geval niet een schilderij en was ik al wat ouder, maar het is vergelijkbaar met mijn fascinatie voor de opera Der fliegende Holländer van Richard Wagner toen ik dat voor het eerst beluisterde. Vermoedelijk was ik toen al twaalf.
* * *
dinsdag, 30 juli 2024. –
En ik zag en hoorde één engel, die hoog aan de hemel vloog en met een luide stem riep: Wee, wee, wee hun die op de aarde wonen, vanwege de overige bazuinstoten van de drie engelen die nog op de bazuin zullen blazen.
Openbaring 8:13
Tja, wat kan ik anders doen? Onlangs was er weer een nieuw record en niet een record op de Olympische Spelen. Was de klimaatverandering een olympische sport, dan kun je melden dat het ene record na het andere verbeterd wordt. Ecosystemen staan op instorten en de mensheid gaat verder alsof er niets aan de hand is. Gewoon met het vliegtuig op vakantie naar een ver vreemd land om daar aan de kust in het zand te gaan liggen om bruin te worden. Dat er wereldwijd meer mensen overlijden tengevolge van de klimaatverandering dan in de oorlogen in Gaza en Oekraïne lijkt ons te ontgaan. Er sterven al meer mensen aan de gevolgen van de klimaatverandering dan aan de gevolgen van oorlog en geweld. Wel goed voor het milieu, dat wel.
Dus sluit ik de gordijnen voor het felle licht van de zon en plan het bezoek op mijn vrije dagen aan de winkel op nog koele momenten van de dag. Verder probeer ik te lezen en te schrijven. De apocalyps vindt plaats in een tergend slow motion en niemand lijkt de bazuinen van de wetenschap te willen horen. Maar ik wil die boeken in mijn kast nog lezen. Papa, wat heb jij gedaan om de klimaatverandering af te remmen? Ik heb gelezen en geschreven, mijn kind, en lippendienst bewezen aan wie het maar horen wilde. Er komt een dag dat het Grote Besef door gaat dringen, ik hoop dat het dan al niet te laat is, maar ik vrees van wel. Wanneer jullie mijn leeftijd hebben bereikt zal de wereld er verontrustend anders uitzien. Misschien al eerder. Lang heb ik gedacht dat ik het zal ontlopen in mijn leven, maar ik begin te begrijpen dat dat een illusie zal blijken te zijn.
Grote woorden schrijf je met een hoofdletter. Woorden die niet over onze werkelijkheid gaan, maar over een geïdealiseerde, platoonse werkelijkheid. We hebben het dan niet over de liefde, maar over De Liefde, we hebben het niet over waarheid, maar over De Waarheid. We hebben het niet over de mens, maar over God, Jezus en de Heilige Geest. Zodra je woorden met een hoofdletter schrijft, suggereert dat een perfecte werkelijkheid die niet onze imperfecte werkelijkheid is. Onze intuïtie zou contact kunnen maken met die andere Werkelijkheid, een vermogen dat vooral wordt toegedicht aan Kunstenaars, Grote Denkers en Paranormale Kwakzalvers. Idealisten denken dat we onze wereld dichter bij die andere, ideale werkelijkheid kunnen brengen. Idealisten denken dat we de wereld kunnen verbeteren. Daartoe moeten we het imperfecte bestrijden om tot perfectie te komen. Een verlangen naar zuiverheid ontstaat en al het onzuivere moet verdwijnen, al of niet met geweld. Hoeveel wereldverbeteraars heeft de geschiedenis niet gekend? Hoeveel religies, filosofieën, ideologieën heeft de mens daartoe opgetuigd? En is de wereld er in de kern beter van geworden, zijn we ooit die Ideale Werkelijkheid ook maar een millimeter genaderd? Ergo, zou al dat goedbedoelend idealisme de bron kunnen zijn van alleen maar nog meer ellende? Zou in het streven naar perfectie en zuiverheid juist niet imperfectie en onzuiverheid als resultaat ingebakken zitten?
Misschien is waarheid wel imperfect. Soms denk ik dat dat wat waar is paradoxaal is. Dat perfectie in imperfectie schuilt. We hebben geen andere Werkelijkheid nodig, die is er al, voor onze neus, zonder hoofdletter: de werkelijkheid zoals we die elk moment ervaren.
Wie naar natuurfilms kijkt kan zich verwonderen over hoe al die dieren leven. Het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend, het is altijd al zo gegaan. Mooi en wreed. Prachtig die leeuwin, maar afschuwelijk als ze een prooi vangt. Toch kunen we geen natuurfilm meer bekijken zonder de mededeling (eloquent uitgesproken door David Frederick Attenborough) dat het allemaal langzaam maar zeker aan het verdwijnen is, door het gedrag van dat andere dier, de mens. We vinden dat treurig, die prachtige dieren, die prachtige natuur, dat dat allemaal ten onder dreigt te gaan. We moeten iets doen, maar we gaan over tot de orde van de dag. Goed dat we iets doen aan het uitsterven van diersoorten, zolang het maar niet ten koste gaat van onze welvaart. Zolang we maar het vliegtuig kunnen nemen naar een strand in een ver land om bruin te worden en 's avonds dronken worden met vrienden. Of dichter bij huis: dat we 's avonds kadavers kunnen roosteren om op te eten, terwijl we weten dat de vleesindustrie één van de grootste vervuilers ter wereld is. We spoelen het weg met alcohol. Proost!
En wat heb ik gedaan om het tij te keren? Niets. Het tij valt niet te keren, het keert wanneer de tijd daar rijp voor is, wanneer zon en maan op de juiste plek staan. Ooit. Daar kan geen mens verandering in brengen. Of wel?
Ik ben een idealist en mijn idealisme bestaat er uit geen idealist meer te zijn. Dat zal de wereld leren.
Dit alles omdat ik de volgende alinea las.
Over die 'Natuur' en 'natuur' heeft Multatuli het nodige gezegd in een ander moeilijk toegankelijk boek, zijn Millioenen-studiën (1872-1873), waarin hij, goklastig als hij was, probeerde het volmaakte systeem te vinden om de bank te laten springen. Daar wordt 'natuur' ongeveer gelijkgesteld aan de werkelijkheid, zoals die door de mens wordt waargenomen, de ervaringswereld. Daarentegen is 'Natuur' de wezenlijke wereld, de werkelijkheid, zoals die is buiten de menselijke waarneming om. In zekere zin is die Natuur een on-menselijke werkelijkheid, die onverbiddelijk logisch van aard is en geen rekening houdt met menselijke belangen. In de 'Natuur' heerst de Logos, maar dat logische karakter van de werkelijkheid is voor de mens slechts te doorgronden met behulp van zijn intuïtie. Hij kan in 'poëzie' beelden scheppen die deze logische, op een onmenselijke wijze redelijke, Natuur representeren. Dat is de hoogste taak van de kunstenaar, maar 'kennen' is niet mogelijk, slechts intuïtief 'weten', dat 'alles is in alles'. Hoezeer de ervaringswereld ook wordt gekenmerkt door innerlijke contradicties die het verstand niet kan oplossen, het is de dichter die door Multatuli in staat wordt geacht samenhang in het tegenstrijdige te scheppen door evenals de 'Natuur' te rangschikken en te ordenen.
Willem van de Berg & Piet Couttenier Alles is taal geworden, 549
Zelfs Multatuli, de goddeloze, zelfs hij!
* * *
donderdag, 1 augustus 2024. –
Joshua Rothman 'What don't we know' in: The New Yorker 30 juli 2024, online
Terwijl de Israëlische regering een raket stuurde naar een appartement in Iran om een leider van Hamas te vermoorden, kwam er bij twee boeken in de brievenbus vallen: The Mirror of My Heart. A thousand years of Persian poetry by women en The Conference of the Birds van de Perzische schrijver Farid Ud-Din Attar (1145-1221).
Ik ben al jaren bezig met het lezen van de nieuwe reeks Geschiedenis van de Nederlandse literatuur. Ondertussen heb ik de Tachtigers achter de rug en ben ik aanbeland bij Guido Gezelle. Vaak heb ik bij het lezen van de reeks gedacht, dat het toch jammer is, dat veel niet op papier voorhanden is. Goed, er is meer voorhanden dan je zou denken, de goede zoeker kan veel vinden, vooral tweedehands. Maar ik hoef niet alles te bezitten, het zou toch een bijzonder gegeven zijn als het ergens wel allemaal bereikbaar is. Zoals we voor de Nederlandse schilderkunst musea uit de grond gestampt hebben, zo mis ik een plek waar alles uit de Nederlandse literatuurgeschiedenis zomaar uit de kast te pakken is. Weliswaar is veel te vinden in de digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren, maar ik wil papier met een band eromheen, ik lees niet gemakkelijk op een beeldscherm. Maar ik bedacht me dat ik band Guido Gezelle in de kast heb staan en ik zocht de besproken Driemaal XXXIII Kleengedichtjes op.
Weet gij waar de wind geboren,
waar de dauw geboren is?
Weet gij kunstig op te sporen
wat hierbij, hierboven is?
Weet gij wat de sterren zijn, en
wat de zon, de mane? Wat
in de bergen, in de mijnen
ligt, en in de zee bevat?
Weet gij iets klaar uit te leggen
van al 't geen me u vragen kan?
Antwoordt dan en wilt mij zeggen:
Dichten … wat is dichten dan?
Guido Gezelle Poëzie en proza, 92
5.8.2024
2020 zonder context (131)
Een kind dat gelukkiger was, zou misschien nooit zo'n gretige lezer zijn geworden.
Benjamin Moser Sontag, 44
Jezelf vinden en jezelf verliezen liggen heel dicht tegen elkaar aan.
Eva Hofman 'Lekker trommelen op het strand' in: De Groene Amsterdammer 2024/28-29, 94
Magie is als mayonaise: soms ontzettend lekker voor erbij, maar als je al je eten erin doopt smaakt het allemaal hetzelfde.
Eva Hofman 'Lekker trommelen op het strand' in: De Groene Amsterdammer 2024/28-29, 95
In dit negeren overtrof zijn grootmoeder hem nog, die nu eenmaal in een tijd geboren was waarin meisjes nog niet zo goed wisten, dat de mens naakt werd als je hem uitkleedde.
S. Vestdijk Sint Sebastiaan, 155
Instinctief onderscheidde hij zo twee categorieën volwassenen: die op voet van gelijkheid, scherper en levendiger lieden doorgaans, die konden afdalen en weer opstijgen, en die hem aankeken en zagen, als ze beneden vertoefden, en de overigen, die hun bolle, nietszeggende ogen bleven behóuden onder het uitspreken van de formule dat hij zo groot geworden was, net als de vissen, die zich óok niets meer van de jongere generatie aantrekken, wanneer ze eenmaal kuit hebben geschoten…
S. Vestdijk Sint Sebastiaan, 172
Het einde der tijden, zou je kunnen zeggen, ligt in het begin der dingen.
Ad Maas 'Het universum uit een draaiorgel' in: de Nederlandse Boekengids 2024/1, 24
Uiteindelijk worden we // opgeborgen op een server.
Emma Zuiderveen 'Blauwe wangen' in: DW B 2024/1, 27
2.8.2024
2019 dagboek van een lezer (37)
week 29
dinsdag, 17 juli 2024. –
Damian Carrington 'Climate crisis is making days longer, study finds' in: The Guardian 15 juli 2024, online
Einzelgänger Social Isolation: Why We Do It and How to Get Out via YouTube
After Skool Lao Tzu – The Art of Not Trying via YouTube
Roberto Musci Tower of Silence via Spotify
* * *
zaterdag, 20 juli 2024. –
f/64 Regarding Susan Sontag – A Documentary Film via VKontakte
* * *
week 30
dinsdag, 23 juli 2024. – Wanneer ik naar de bovenstaande links kijk, doet het mij herinneren aan de wijze waarop het fenomeen bloggen is begonnen. Er waren mensen die een online dagboek gingen bijhouden, maar er waren ook internetters die online vastlegden (loggen) wat ze zoals op het internet tegenkwamen. Eind jaren '90 kwam hiervoor het woord bloggen in zwang, afgeleid van webloggen. Ik heb altijd een hekel gehad aan het woord omdat ik het esthetisch zo'n lelijk woord vind. Het klinkt zo, tja, log. Dus heb ik het altijd maar eenvoudigweg over mijn website.
Vorige week was ik een week vrij en natuurlijk had ik plannen om veel te lezen en te schrijven. Er kwam niets van. Het was weer tijd voor nieuwe boekenkasten en die moesten in elkaar gezet worden (Ikea). Dat in elkaar zetten was het probleem niet, maar wel het opnieuw ordenen van de boeken, ik ben daar tamelijk precies in. Toen was er een dag dat ik met mijn neef een lange wandeling ging maken. Gelukkig kon ik de dag daarna rustig aan doen, al lagen er nog heel veel uitgestelde huishoudelijke klussen. Toen was het alweer vrijdag, de dag dat ik met mijn dochter twee films ging bekijken. Despicable me 4 was aardig, maar wat ons betreft was het concept met Gru en de Minions nu wel voldoende uitgemolken. Wanneer er een vijfde deel komt, laat ik die aan mij voorbij gaan. Daarentegen was Inside Out 2 verfrissend goed, ik heb er veel van geleerd!
Ergens in de loop van de week moet ik Sontag, de biografie van Susan Sontag, van Benjamin Moser gepakt hebben. Waarom weet ik niet, misschien was het tijd, maar ik begon erin te lezen en ik wist dat het boek op de stapel onderweg terecht zou komen. Altijd heb ik afstand gehouden van de schrijfster Susan Sontag, al kan ik niet goed uitleggen waarom. Die vrouw met die blonde lok had iets charismatisch en ik ben altijd op mijn hoede voor charismatische mensen. Tegelijkertijd is zij een zeer intelligente lezer met uitgesproken opvattingen over van alles en nog wat. Ik bekeek tussendoor de documentaire Regarding Susan Sontag (zie boven) hetgeen mijn belangstelling voedde en ik voorlopig nog wel met deze bijzondere schrijfster bezig zal blijven.
Wie Kind tussen vier vrouwen van Simon Vestdijk heeft gelezen weet dat dit boek aan de basis stond van de Anton Wachter romans. Nu had ik Terug tot Ina Damman al gelezen en dat verhaal staat ook al uitgebreid in Kind tussen vier vrouwen, dus sloeg ik dit boek over in mijn project om elk kwartaal een boek van Simon Vestdijk te lezen. Maar Sint Sebastiaan is ook een Anton Wachter roman en veel daarin is eveneens een déjà lu en ik merk dat ik daardoor minder geboeid ben, hoe goed het boek ook mag zijn. Gelukkig is het geen dik boek.
* * *
woensdag, 24 juli 2024. – De meeste mensen begrijpen dat wanneer een architect een groot gebouw ontwerpt, dat de architect ervoor moet zorgen dat het niet instort, dat het voldoet aan allerlei eisen gesteld door de opdrachtgever, dat er bijvoorbeeld een ingang is, ramen met uitzicht en wellicht ook zo iets banaals als een toilet. Wie een symfonie schrijft als de Negende Symfonie van Gustav Mahler moet zijn als een architect, hij moet zorgen dat het muzikale gebouw niet instort, het vereist een zeer heldere geest om zoiets te kunnen componeren. Niets romantiek, niets lijdende kunstenaar die huilend over zijn muziekpapier zwarte bolletjes tekent in zijn vakantiehuisje in Toblach in Zuid-Tirol. Nee, hier is een vakman bezig die een grootse vorm ontwikkeld en zich wellicht al verheugde op de repetities met een orkest. Mahler was dirigent en zal ongetwijfeld al tijdens het componeren van het stuk nagedacht hebben hoe de lijnen en harmonieën tot hun recht zullen komen bij een uitvoering van de partituur. Ergo, het zou mij niet verbazen dat zijn vaardigheden als dirigent hem geholpen hebben het bouwwerk, dat deze Negende Symfonie is, een goede fundering en stevige muren te geven. Ik stel me er overigen een gebouw in Jugendstil bij voor. Dat komt ongetwijfeld door al die muzikale lijnen die de symfonie rijk is, gracieuse, bewogen lijnen die emoties uitdrukken. Het gaat wellicht wat ver, maar om één of andere reden komt bij mij de typering erotische lijnen boven, zoals de Jugendsilt op z'n minst de suggestie van erotiek heeft, denkend aan de vele vrouwengezichten en -gestalten die in deze stijlvorm voorkomen. Al die muzikale motieven die de symfonie rijk is die me doen denken aan de gestileerde bloemen (rozen, lelies enz.) en vogels (pauwen, zwanen) in de beeldende kunst uit die tijd. Maar ook de vele kleuren uit die tijd in de glas-in-lood ramen (en zelfs in lampenkappen).
In mijn tienerjaren had ik daar nog geen idee van, ik was eenvoudigweg dol op deze muziek en in het bijzonder het vierde deel van deze symfonie. Bij Mahler kon ik wanneer ik in het duister luisterde verhalen verzinnen bij zijn muziek. Bij het vierde deel zag ik beelden van de slagvelden in de Eerste Wereldoorlog, wellicht had ik daar eens foto's van gezien. Eén van mijn favoriete fragmenten in het deel is een moment wanneer de violen zacht een hoge noot spelen en in de ruimte eronder ineens een contrafagot tevoorschijn komt waarbij ik de associatie had met de eerste regels uit het gedicht Strange Meeting van Wilfred Owen: It seemed that out of the battle I escaped / Down some profound dull tunnel, long since scooped
. Sommige regels uit het gedicht kende ik lange tijd uit mijn hoofd (al leerde ik dit gedicht kennen door een ander muziekstuk, namelijk het War Requiem van Benjamin Britten):
I am the enemy you killed, my friend.
I knew you in this dark; for so you frowned
Yesterday through me as you jabbed and killed.
I parried; but my hands were loath and cold.
Let us sleep now …
I am the enemy you killed, my friend
is misschien wel de mooiste dichtregel die ik ken en is op een of andere manier altijd verbonden gebleven met dat vierde deel uit de Negende Symfonie van Mahler. Maar Mahler heeft geen weet gehad van de Eerste Wereldoorlog, hij overleed in 1911 en heeft de première van zijn Negende Symfonie in 1912 dus niet kunnen bijwonen. Toen hij de symfonie schreef was zijn gezondheid al slecht, maar het gaat mij te ver om deze symfonie als zwanenzang te bestempelen (uiteindelijk was hij nog begonnen aan een tiende symfonie die onvoltooid is gebleven). Ook het diepzinnige geneuzel over Mahlers preoccupatie met de dood gaat mij te ver. Er zijn zelfs mensen die elke symfonie van Mahler zien als een Freudiaans ziektebeeld (Mahler heeft Freud ooit geconsulteerd). Of al die vermeende diepzinnigheid hout snijdt weet ik niet, maar het voegt voor mij niets toe aan de bewondering voor de compositie van deze Negende Symfonie. Eerder hoor ik de spanningen en nervositeit van de tijdgeest erin, maar of Mahler dat bedoeld heeft of bewust gedaan heeft, ik twijfel.
Lang heb ik niet meer deze muziek geluisterd. In mijn jonge jaren heb ik de lp's met het Concergebouworkest onder leiding van Bernard Haitink grijs gedraaid. Toch is er schijnbaar enige verzadiging opgetreden. Totdat ik een enthousiaste bespreking las van Joost Galesloot in het NRC over een uitvoering van het Mahler Academy Orchestra onder leiding van Philipp von Steinaecker. Ik zocht het op op Spotify. Het was alsof ik het stuk weer voor het eerst hoorde! Ik was de muziek niet vergeten, maar het klonk ineens zo anders, zo veel details die ik vroeger nooit hoorde. Zo'n andere opbouw ook, geweldig! (Eén klein detail waar ik me over verwonderde. Ergens in het vierde deel hoor ik de bekkens ineens alsof ze niet in het orkest waren, maar vlak naast me in de stoel in de zaal, heel vreemd.) Ik hou hier van, uitvoeringen van klassieke stukken die zo anders zijn, dat ik het gevoel krijg ze weer voor de eerste keer te horen. Dat is natuurlijk niet zo, maar terwijl ik kan anticiperen op wat er komt (en dat komt ook), blijkt het zo anders gespeeld te zijn dan mijn muzikaal geheugen heeft opgeslagen, dat het weer als nieuw klinkt. Luister en huiver!
Mahler: Symphony No. 9 on Period Instruments
In deze inleiding ben ik niet voor een zekere beredeneerde uitvoerigheid teruggedeinsd, omdat het mij erom te doen was het grondkarakter van Mahler's negende symfonie in een wellicht wat doctrinair overdreven vorm veilig te stellen voor bedenkingen, die deze muziek onvermijdelijk moeten treffen, zolang men er een al te menselijke, al te 'aardse' aangelegenheid in blijft zien. Natuurlijk is dit geen 'onmenselijke' muziek, in welke betekenis dan ook; maar zij is menselijk enkel en alleen op voorwaarde, dat de luisterende mens zich tracht in te leven in de bestaansvorm van het enige Wezen, dat door zijn almacht, volmaaktheid en totaliteit het recht heeft iets mede te delen over zijn eigen, menselijk onvoorstelbare vernietiging. Voor degene die in de negende symfonie dood en lijden, droefenis en opstandigheid, wanhoop en berusting vermoedt van een bepaald menselijk individu, of van 'de' mens, is er altijd nog veel te 'genieten', maar de goedbedoelde pogingen tot vereenzelviging met de drager van zoveel ellende, die dan wel eens Mahler zelf zou kunnen zijn, Mahler met zijn hartkwaal en andere notoire gebreken, moeten noodzakelijkerwijs door een terugslag worden gevolgd, zodat de hoorder zich gaat afvragen waar al die smart eigenlijk voor nodig is, vermits hijzelf, toch óók een mens, betrekkelijk veilig in een concertzaal zit te luisteren of op een podium zit te spelen. Men beticht Mahler dan licht van overdrijving, men is geneigd de muziek larmoyant te vinden, te depressief, dan weer bij momenten al te scherp satirisch (ik zwijg nog over de krasse misvatting van de symfonie als verklanking van 'een uit de uiterste onverschilligheid ten opzichte van het menselijk leven gebroen cynisme', waarbij, behalve een aanzienlijk aantal partituurbladzijden, over het hoofd is gezien, dat cynisme nog nooit uit uiterste onverschilligheid 'geboren' is); er worden dan meningen in omloop gebracht als het gevleugelde woord 'klaagmuur', waarmee deze compositie tot nader order zou kunnen worden afgedaan.
S. Vestdijk 'Negende symfonie' in: Gustav Mahler, 138-139
* * *
donderdag, 25 juli 2024. –
Samantha Rose Hill 'Beyond authenticity' in: Aeon 18 juli 2024, online
Addie Schulte 'In Nederland liggen zestig stuurloze bossen die zelf hun problemen oplossen' in: NRC 25 juli 2025, online
* * *
vrijdag, 26 juli 2024. –
Einzelgänger Lao Tzu – How to Let Go in a Stressful, Insane World via YouTube
* * *
zaterdag, 27 juli 2024. –
Michael Hoffman 'How to enjoy living alone – it's the coming thing for many of us' in: Japan Today 11 maart 2024, online
29.7.2024
2018 in den beginne was het woord (3)
complexiteitsbril
Het wetenschappelijk onderzoek naar polarisatie biedt nieuwe aanknopingspunten, vooral wanneer je polarisatie bekijkt door een complexiteitsbril.
Sanne Bloemink 'Gered door een pluchen taxi' in: De Groene Amsterdammer 2024/28-29, 61
24.7.2024
2017 in den beginne was het woord (2)
bestaansmaximum
'We hebben het in de politiek over een bestaansminimum, maar waarom gaat het niet over een bestaansmaximum?'
Margreet Fogteloo 'Stelen van God' in: De Groene Amsterdammer 2024/28-29, 28
24.7.2024
2016
Wanneer iemand aan het begin van een interview zegt dat hij liever naar een concert van André Hazes gaat dan naar de Matthäus-Passion ('dat moet je mij niet aandoen'), dan ben je mij al kwijt. Dan geloof ik de rest van de avond de opgeplakte glimlach niet meer, een glimlach die in de loop van Zomergasten steeds kitscheriger werd, een pose. Zou een politicus als Eric van der Burg nog weten wat het verschil is tussen zijn media-zelf en de zelf die hij ongetwijfeld is als er geen camera's draaien? Peter van Ingen (het was even schrikken hoeveel ouder die man ineens was) kon met gemak gaten schieten in het verhaal van Van der Burg, de enige die dat niet leek te zien was Van der Burg zelf. Hij bleef maar de goedbedoelende VVD'er uithangen die maar bleef vertrouwen op de liberale waarden die in de negentiende eeuw zo vooruitstrevend waren, maar nu in de eenentwintigste eeuw niet meer terug te vinden zijn bij een partij als de VVD. Desondanks denkt hij nog iets te kunnen betekenen in een partij die hem toch wel vreemd zou moeten zijn geworden. Maar alles draait om emotie bij Van der Burg en je krijgt toch stellig de indruk dat dat hem in de weg zit. Hij wil het opnemen voor de mensen zonder stem, voor de mensen die buiten de boot dreigen te vallen (maar je mag het geen socialisme noemen), maar even later tamboereert hij op eigen verantwoordelijkheid en kansen grijpen (zo kennen we de VVD'er weer). Ik geloof de goede bedoelingen van Van der Burg wel, maar wat doe je dan bij de VVD? Het is alsof je wel ziet dat André Hazes muziek maakt en wel wil aannemen dat Bach ook muziek schreef, maar dat liever niet aangedaan krijgt, want stel je voor. Dus sloot de avond in stijl af met de ultieme kitsch van de musical Les Misérables. Ja, miserabel was het wel. Kortom, een boeiende avond met interessante fragmenten, maar vooral met een gast die genadeloos door de mand viel als naïeve rechtse idealist.
22.7.2024
2015 zonder context (130)
Als stilte als deze het antwoord is, / wat was dan de vraag?
Peter Verhelst 2050, 53
Verlatenheid is verdriet uit een eenzaam flesje.
Peter Verhelst 2050, 91
Misschien beeld ik me jou in om de heel eenvoudige reden dat het leven onuitstaanbaar lijkt zonder verhaal.
Peter Verhelst Lichamen, 96
Of is muziek niet langer bedoeld om beluisterd te worden.
Peter Verhelst Lichamen, 106
Wij denken dat luiheid tot niets leidt, maar doelloos rondrennen is nog groter tijdverlies.
Ulrich Libbrecht Stilte, 20
Per slot van rekening is liefde eerder een kunst dan een straffe productielijn met in elke fase een target dat je per se moet halen.
Lisa Appignanesi Alles over de liefde, 344
De beste manier om de natuur te redden is om haar de ruimte te geven.
Jaap Tielbeke 'Profiel E.O. Wilson. Vele kleine levens' in: De Groene Amsterdammer 2024/28-29, 49
16.7.2024
2014 dagboek van een lezer (36)
week 28
maandag, 8 juli 2024. – Wolfgang Amadeus Mozart Piano Concertos 20 & 23 Olga Pashchenko, Il Gardellino via Spotify
Ik heb me er al lang bij neergelegd dat ik niet alle boeken die nog ongelezen in mijn boekenkasten staan zal lezen. Daarvoor is mijn tempo te laag, nog afgezien van het gegeven dat ik niet weet hoe oud ik zal worden. Wel is het mijn streven om elk boek van a tot z te lezen en het de aandacht en de kans te geven die het verdient. Toch heb ik ook momenten dat ik langs de boeken loop en er eentje pak om er louter wat in te bladeren en fragmentarisch te lezen. Vaak zijn dat boeken met verzamelde of volledige werken van een dichter. Zoals een tijd geleden het boek van John Koethe dat zo nu en dan iets in mij losmaakte dat dan weer in een stuk tekst van mezelf resulteert. Dat is het misschien, de hoop iets te lezen wat net dat ene puzzelstukje blijkt te zijn, net die ene gedachte oproept waardoor ik ga zitten schrijven. Soms pas de volgende dag, want dit soort 'wandelingen' langs de boekenkast vinden meestal 's avonds laat plaats en het is vaak pas na een nacht slapen dat er zich dan iets aandient. Zo bladerde ik gisteravond in een boek dat ik de laatste tijd wel vaker even uit de kast pak: Matsuo Bashō Verzamelde haiku's, vertaald, ingeleid en toegelicht door Jos Vos. Gisteravond las ik deze:
Uit oost of west –
zelfs door jonge rijst ruist
allereerst de wind.
Matsuo Bashō Verzamelde haiku's, 257
Niet dat het direct aanleiding gaf tot het opschrijven van gedachten (ik vermijd te schrijven 'diepere gedachten' want dat vind ik zo pretentieus en onzinnig: er zijn geen diepere gedachten, er zijn eenvoudigweg gedachten), maar ik schiep er wel plezier in om er over na te denken waarom ik dit nu zo'n mooie observatie vindt. Het is gemakkelijk om te zeggen: de eenvoud van de observatie. Misschien is het wel de daoïstische gedachte dat wat er ook gebeurd, de natuur zijn natuurlijke gang gaat, het is het forcerende gedrag van mensen dat ellende veroorzaakt. Het maakt niet uit uit welke hoek de wind waait, de rijst beweegt gewoon mee en ik zou daarop kunnen laten volgen: uit welke hoek de politieke wind waait, ik beweeg gewoon mee. Dat zou rust geven, maar alles roept in mij om – al was het maar verbaal en slechts bij gelegenheid – in verzet te komen tegen de huidige regering in Nederland. Maar woede kost onnodig veel energie, verzet ingebed in gelatenheid is een stuk gezonder. Ik moet de laatste tijd vaak denken aan die toespraak van Michelle Obama waarin zij de woorden When they go low, we go high sprak. Natuurlijk, er zit een arrogant kantje aan die woorden omdat er iets meeresoneert dat de mensen die go low gaan mensen van mindere morele waarde zouden zijn. Maar ik wil haar woorden zo begrijpen dat je je tegenstander niet moet bevechten met dezelfde wapens. Alhoewel ik geen groot fan ben van Esther Ouwehand, heb ik wel bewondering voor de beheerste wijze, de heldere woorden waarmee zij in haar bijdrage in de Tweede Kamer bij de eerste vergadering met het nieuwe kabinet probeerde uit te leggen waar de kern van het probleem zit. Ook zij verlaagde zichzelf niet tot het niveau van de fractievoorzitter van de PVV. Misschien is het eerder dat wel, dat mocht de wind van oost of west komen, beweeg mee, zodat je weer fier overeind staat als de wind is gaan liggen. Aantrekkelijke gedachte, maar ik geef toe dat ik nog niet weet in welke mate ik me wil verzetten tegen de nieuwe, schaamteloze politieke werkelijkheid in Nederland.
Partij voor de Dieren "We zijn in oorlog met de natuur en als we winnen, zijn we verloren" via YouTube
* * *
woensdag, 10 juli 2024. - Matthew Wills History's Footnotes in: JSTOR Daily, July 6, 2024, online
Waarschijnlijk al in de veertiende eeuw kwam er in Florence een nieuw fenomeen op. Het deed me denken aan de moderne weblog, de weblog als de zibaldone van de eenentwintigste eeuw?
No-one knows exactly when the gloriously sonorous noun zibaldone appeared, or what it originally meant. The earliest record of the word, in the mid-fourteenth century, refers to it as Florentine slang, without further definition, and we can only infer from context that it means something like 'mess' or 'jumble'. The fifteenth-century merchant and art patron Giovanni Rucellai referred to his own zibaldone as 'una insalata di più herbe', a salad of many herbs, which gives an impression of something variegated and wholesome. But by then it had also become firmly attached to the notebook in one of its most enduring applications. For this informal culinary term came to signify a personal anthology, or miscellany.
The basic principle was simple: when you found a piece of writing that you liked, or found useful, you copied it out into your personal notebook. You could copy out as much or as little as you wanted, neatly or not, and refer to it a little, or as much, as you wanted. The collection could be poetry or prose, fictional or factual, thematic of random, religious or profane, in Latin or Tuscan, or any mixture of any of these components; you could even draw pictures in it. The notebook itself could be large or small, luxurious or utilitarian. Some better-off writers, such as the author Boccaccio (the son of a Bardi banker), had zibaldoni made of expensive parchment, and paid professional scribes to do the writing for them. Many users illustrated them, or commissioned elaborate initial capitals to open every new exerpt: surviving examples often have gaps where their owners never got round to completing the task.
Roland Allen The Notebook, 63-64
Blackwell's Bookshops Hello from...Roland Allen, author or The Notebook: A History of Thinking on Paper via YouTube
15.7.2024
2013 in den beginne was het woord (1)
koeienmelkelite
In Nederland maakt momenteel de koeienmelkelite de dienst uit - namelijk de grote agrarische bedrijven die in de BBB aan de touwtjes trekken.
Eva Meijer - weblog, 12 juli 2024
12.7.2024
2012 dagboek van een lezer (35)
week 26
woensdag, 26 juni 2024. – Kevin Power The Devouring Mind in: Dublin Review of Books, June 2024 online
* * *
vrijdag, 28 juni 2024. – Peter Salmon Paper trails in: aeon, 25 June 2024 online
* * *
zondag, 30 juni 2024. – Einzelgänger Het leven is eenzaam, pijnlijk en absurd. Omarm het | De duistere filosofie van Emil Cioran via YouTube
* * *
week 27
maandag, 1 juli 2024. – De afgelopen week was een magere week. Ik wilde nog schrijven over het nummer van DW B over Literatuur en videogames, dat het tijdschrift wel steeds interessanter werd, al komt dat, denk ik, omdat het zwaartepunt van videogame naar literatuur verschoof. Maar al met al deed het mijn hart niet sneller kloppen.
Ik wilde schrijven over het gesprek met ikmasker over Ben Schomakers, over ons enthousiasme naar aanleiding van een interview via Spotify (vanaf 30:00 ongeveer). In deze rechtse tijden met bezuinigingen op wetenschap en cultuur, met een eenzijdige voorkeur voor sport en plat vermaak, in deze tijden met onwaarheden die als waarheden worden geserveerd is het heerlijk om iemand gepassioneerd en erudiet over zijn vak te horen spreken (al ergerden we ons aan de interviewster).
Maar zoals dat ook gaat met mijn papieren dagboek, er zullen altijd hiaten zijn.
Wel weer een tijdelijk abonnement genomen op de Groene Amsterdammer. Ik weet nog dat ik het begin van mijn studietijd een aanbieding in handen kreeg om een studentenabonnement te nemen. Het was de tijd dat Martin van Amerongen hoofdredacteur was en het was zeker mede door hem dat ik een abonnement nam. Zo gelachen om zijn redactionele columns. Helaas overleed hij te jong, raakte ik mijn studentenkorting kwijt en ging ik over op incidenteel een nummer los kopen. Maar ik heb altijd een zwak gehouden voor dit geweldige tijdschrift en soms moet ik door omstandigheden mijn abonnement opzeggen, uiteindelijk heb ik steeds weer de neiging om terug te keren. Wel drukt het tijdschrift enorm op mijn leestijd, sowieso een probleem met interessante tijdschriften. Ik heb een zwak voor tijdschriften, maar ik wil ook wel eens een boek uitlezen en dat zit elkaar geregeld in de weg.
* * *
zondag, 7 juli 2024. - In het begin van de week las ik in flow van Mihaly Csikszentmihalyi. Opnieuw irritatie en ik begon me af te vragen of het aan mij lag dat ik de laatste tijd zovaak geïrriteerd raak door boeken. (Maar wel liever een boek dat irriteert dan een boek dat onverschillig laat.) Misschien is het eerder een vorm van teleurstelling. Onwillekeurig heb ik een verwachting van een boek en al vind ik het doorgaans geen probleem wanneer een boek daar niet aan voldoet als het alternatief maar overtuigend is. flow is een bestseller en ik begin te begrijpen waarom. Ten eerste omdat Mihaly Csikszentmihalyi onderzoek overzichtelijk en in begrijpelijke taal weet te presenteren. Ten tweede omdat het impliciet een zelfhulpboek kan zijn voor mensen die op zoek zijn. Ten derde omdat het Aziatische wijsheid suggereert. Met dat laatste begeef ik me op glad ijs, maar velen zullen de titel van het boek associeren met going with the flow hetgeen bijvoorbeeld raakt aan het daoïstische wuwei. (The Daodejing teaches that when individuals try to make something happen in the world by their own reasoning, plans, and contrivances, they inevitably make a mess of it. But if they take their hands off the course of their lives and move with the dao, then it will untangle all life's knots, blunt its sharp edges, and soften its harsh glare (DDJ 56). This is relevant to an understanding of Lao-Zhuang teachings on morality because moral distinctions are regarded in this tradition as the kind of tampering and trying to make something happen
that is warned against.
Ronnie Littlejohn Chinese Philosophy: Overview of Topics in: Internet Encyclopedia of Philosophy online) En daar doemt een reden voor mijn teleurstelling op, want het boek is allerminst Aziatisch, het is uitermate westers. Kort door de bocht: Csikszentmihalyi heeft met zijn team groot onderzoek gedaan en stuitte op iets dat hij de flow-ervaring noemt. Nu laat hij die ervaring terugkomen in allerlei aspecten van het leven met een groot zie-je-wel-houding. Ondertussen struikel ik over doelen bereiken, presteren, jezelf overtreffen … allemaal begrippen uit onze kapitalistische vrijemarkt economie dat hysterisch gericht is op ontwikkeling en groei en daar wringt voor mij de schoen. Is die flow-ervaring niet veel anders dan een dopamine ervaring? Soms denk ik wel eens dat alle menselijke activiteiten gericht zijn op het steeds weer activeren van ons hormonale beloningssysteem. Blijdschap, geluk, genot, een algemeen gevoel van welzijn, dat is toch wat mensen willen? Of noem het de flow-ervaring? Onze hele economie is gebaseerd op de cyclus verleiden, verlangen en bevrediging en het werkt zo goed dat we onze planeet ermee verwoesten. Amen.
Ik herinner me een aardrijkskundeboek op de middelbare school waarin een plaatje stond van een stereotype in meditatie zittende Indische man die met grote passen gepasseerd wordt door een stereotype westere man in pak en aktentas. Het illustreert cultuurverschillen en ik herinner me dat ik toen al geïntrigeerd was door de mediterende man en juist niet die man in pak met aktentas. Het streven naar verlichting versus het streven naar economische groei. Nu vermoed ik dat beide culturen kanten zijn van dezelfde medaille en de overeenkomst zit in het willen bereiken van iets, iets dat ergens achter de horizon ligt. Dat is me vreemd geworden en al kan ik me niet volledig onttrekken aan de westerse cultuur van doelen stellen en iets bereiken, de flow-ervaring kan me vooralsnog gestolen worden. Maar ik heb het boek niet uit, wellicht word ik nog verrast en dan zal ik het hier laten weten.
Ondertussen is het 1 juli geweest en ben ik begonnen in het volgende deeltje Vestdijk. Sint Sebastiaan. De geschiedenis van een talent is aan de beurt en is het eerste deel van de Anton Wachter Romans. Het is altijd weer wennen aan de stijl van Vestdijk. Al op de eerste bladzijde staan zinnen waarover ik struikel en denk 'wat staat daar nu eigenlijk'. Een voorbeeld, de tweede zin: Er gleed een mes tussen honger en genot door, de eerste bestendigend en aanmoedigend, de tweede verjagend naar gebieden zo ver en vaag als zijn reactie vaag was op dit onvatbare onrecht
. Zo'n zin wil je een paar keer lezen en erop herkauwen, althans, ik wil dat en ik voel me dan weer welkom in het universum Vestdijk. Daar kan geen flow-ervaring tegenop.
Tao Te Tjing tekst 56 in: Tekens van leven online
7.7.2024