Jan-Willem Lubbers
2021
≡
1842 honderd woorden (20)
Als de herfst het seizoen is van het uitademen, de lente van het inademen, dan zwijgt de winter ademloos. De winter is de tijd van de onvruchtbaarheid, de tijd van de in zichzelf gekeerde wereld en de soms spookachtige stilte. Elk seizoen heeft zijn charme en al heeft de herfst mijn voorkeur, ik ben steeds meer van de winter gaan houden. Wanneer een aarzelende zon op een winterochtend laag boven de horizon verschijnt en de damp tussen de bomen langzaam laat oplossen, en de bevroren bladeren knisperen onder mijn wandelschoenen en de eerste spechten roffelen, dan omarm ik de winter.
28.12.2021
1841 honderd woorden (19)
Mijn vader had een hekel aan wachten. Een rood stoplicht, een rij voor de kassa, het veroorzaakte knarsetandend ergernis. Ik kwam er al snel achter dat mijn vader niet de enige was die moeite had met wachten. In een tijd waarin zoveel tijdbesparende apparaten bestaan klagen mensen over gebrek aan tijd. We zijn zo druk, er moet nog zoveel gebeuren en gedaan worden, o de bucketlist! Wachten wordt nog steeds als ongemakkelijk ervaren, het is onproductieve tijd en daarom een moderne zonde. Al zie ik wel een kentering op de perrons en in het openbaar vervoer: wachttijd is schermtijd geworden.
11.12.2021
1840
Op de vijfde en hoogste verdieping nam ik de lift. De achterwand van de lift bestond uit een spiegel, ik keek even naar mijn vermoeide gezicht en wendde me af.
Er moest iets gebeurd zijn, want toen ik opkeek was ik een verdieping te laag uitgekomen, in de kelder in plaats van op de begane grond. Er stapten een paar mensen in. Ik was in verwarring, had ik me vergist of was ik vergeten op het knopje nul te drukken? Was de lift naar beneden gegaan niet omdat ik daar opdracht toe gegeven had, maar omdat anderen om de lift gevraagd hadden?
Bij nader inzien herinnerde ik me helemaal niets. Niet of ik op het knopje had gedrukt, niet dat de lift gedaald was, ik kon me zelfs niet herinneren hoe lang ik al in de lift was of waar ik aan gedacht had. Alsof ik een sprong in de tijd had gemaakt, alsof ik mezelf voor een enige tijd kwijt was geweest, alsof ik even niet bestaan had.
Het is een vreemd fenomeen. Natuurlijk kennen alle mensen de slaap als een periode van schijnbare afwezigheid. Als scholier had ik het vaak tijdens het fietsen naar de middelbare school, dat ik me dan ineens bewust werd van de plek waar ik ondertussen was, me erover verbaasde dat ik geen herinneringen had aan de afgelegde kilometers en mezelf gelukkig prees geen ongeluk veroorzaakt te hebben. De afgelopen jaren had ik vaak momenten tijdens het werk of tijdens het lezen dat mijn ogen zwaar werden, dat ik moeite moest doen om ze open te houden en dan later na soms een kwartier of meer wakker werd, het boek of beeldscherm geduldig wachtend tot ik verder zou gaan.
Ik voel me door mijn lichaam soms uit en weer aan gezet en het is wonderbaarlijk hoe mijn lichaam zich weet te redden zonder dat ik er ben. Het is eveneens wonderbaarlijk hoe mijn lichaam zich weet te redden als ik er wel ben. Wie zich realiseert hoeveel het lichaam doet zonder dat de 'ik' daartoe opdracht geeft, kan zich afvragen of we eigenlijk wel controle hebben over onszelf. Is het 'ik' misschien niets meer dan een emergent verschijnsel van allerlei processen in onze hersenen? God is dood, nu de ziel nog?
Ik verliet de lift alsnog op de begane grond en liep extreem alert naar buiten, de avond in.
10.12.2021
1838 zonder context (105)
Het is niet verwonderlijk dat tijdens crises naar de pen wordt gegrepen: om het hart te luchten, om grip te krijgen op het ongrijpbare – om zichzelf 'uit te schrijven', zichzelf te doorschouwen, te ordenen, en in taal te begrijpen.
Wouter Kusters 'Schrijfwaan. Verscheurde schriften, gebroken zinnen' in: DW B 2021/3, 23
Elke getuigenis, hoe gering ook, mystificeert de werkelijkheid.
Michel Mestrum 'In vriendelijk licht' in: DW B 2021/3, 18
Ondanks het bewustzijn van mijn haat, en daardoor van mijn machteloosheid, meende ik dat toen nog wel in handen te hebben; ik zag nog niet in, dat men onherstelbaar gelijk wordt aan wat men haat ….
S. Vestdijk Else Böhler, 28
Het was echter zijn baan dergelijke ideeën te volgen, zichzelf ten koste van bijna alles te weerhouden de onnatuurlijke, alles verziekende vraag 'Waarom?' te stellen.
Joep van Helden 'Het leven van Martin Kobe' in: DW B 2021/2, 142
De complottistische rede is een al te weinig bestudeerde, eigenstandige stolling van metafysisch pessimisme: in alles wat gebeurt, schemert het Kwade door; en het Kwade heeft een gezicht, het is 'menselijk, al te menselijk'.
Rudi Laermans 'Kleine kritiek van de complottistische rede' in: DW B 2021/2, 16
Iedere samenzweringstheorie getuigt van een systematisch uitvergroot, tot een tunnelvisie gecementeerd wantrouwen: het complottisme is de levensfilosofie van de achterdochtige persoonlijkheid.
Rudi Laermans 'Kleine kritiek van de complottistische rede' in: DW B 2021/2, 12
Ik denk dat wat het belangrijkste is zich stil houdt en zich vermomt als niks.
Marja Pruis 'Perspectief' in: De Groene Amsterdammer 2021/42, 73
7.12.2021
1837
Toen de zoveelste collega mij trots kwam vertellen dat hij ook meedeed met de app Ommetje en helemaal het wandelen had ontdekt en mij adviseerde dat ook te gaan doen want wandelen is zo gezond, kon ik het niet laten iets te antwoorden als: ja, fruit is ook gezond, gezond eten is ook gezond, je vervelen is ook gezond, dagdromend uit het raam kijken is ook gezond, stoppen met roken en alcohol is ook gezond, voldoende slapen is ook gezond, zo nu en dan de fiets pakken is ook gezond, mediteren is ook gezond … je kunt zo langzamerhand een dagtaak hebben aan gezond leven en weet je, ik word gestrest en agressief van al die adviezen om gezond te leven, je vindt bijna elke dag wel ergens zo'n gezondheidsjehova in de media die het gezondheidsevangelie predikt, hebben die mensen niks beters te doen? En vind je die professor doctor Erik Scherder niet net een dominee met zijn voortdurend lachende bakkes? Ik zou er ook grijswitte haren van krijgen als ik de hele dag zo blij was. Ik wandel al een groot deel van mijn leven en ik hoef niet te weten hoeveel stappen ik doe, hoeveel kilometers ik gelopen heb, hoeveel calorieën ik verbrand heb, al die cijfers interesseren me geen reet. Ik hoef ook geen punten te verdienen met wandelen en ik wil al helemaal geen leerzame hersenfeitjes ingepeperd krijgen van professor doctor Erik Scherder. Ik wandel gewoon, kijk een beetje om me heen, luister naar de geluiden, voer gesprekken met mezelf, mijn schaduw en andere personages. Daar heb ik geen app Ommetje voor nodig, dat kan ik helemaal zelf. Probeer het ook eens. Of lees een boek, is misschien ook gezond.
6.12.2021
1835
Ik ben iemand die om de hete brij heen draait, ik ben iemand van de omtrekkende beweging. Ik brand mijn vingers niet graag aan een te snelle beslissing, liever beschouw ik een kwestie van alle kanten. Ik geloof in het vallende duister van misschien, in het morgenrood van wellicht. Ik ben een twijfelaar.
In een samenleving waarin kwantiteit doorgaans een hogere waarde heeft dan kwaliteit, wordt mijn weifelende houding gezien als passief: ik ben iemand die niet van aanpakken weet, ik ben niet productief. Twijfelen is een teken van zwakte en onzekerheid. De doorzetter, de man of vrouw die zich op een probleem stort en recht op haar of zijn doel afgaat, wordt hoger gewaardeerd dan degene die er nog even een nachtje over wil slapen (om maar al te vaak tot de conclusie te komen dat er helemaal geen probleem is). Reflectie staat actie in de weg, dus daar doen we niet aan. Twijfel is laf, keuzes durven maken is lef hebben, daar heb je moed voor nodig.
Introspectie? Dat doe je maar in je vrije tijd.
Terzijde. Nietzsche - iemand die met veel zelfvertrouwen kon twijfelen - opperde dat men weliswaar afscheid kon nemen van een godsdienst, maar dat dat nog niet betekende dat men dan afscheid nam van het bijbehorende en ingebakken normen- en waardensysteem. Wanneer de godsdienst wegvalt als fundament onder het heersende normen- en waardensysteem wordt duidelijk wie er belang heeft bij het in stand houden van dat systeem. Waarden en normen zijn geen wetmatigheden, ze zijn ontstaan omdat er belangen mee gemoeid waren, doorgaans de belangen van een heersende klasse, maar ook vaak de rancune van een onderliggende klasse. De afwezigheid van een fundament geeft vrijheid om na te denken over het veranderen van waarden. Nietzsche draaide de christelijke waarden om om te kijken waartoe dat zou kunnen leiden. Kort door de bocht: hij hoopte dat het zou leiden tot vrije mensen die hun eigen waarden konden vormgeven.
De mens als kunstenaar die zijn eigen illusies schept.
Terug naar de twijfel. Twijfelen aan God was een zonde. Wie twijfelde verloor zijn geloof in God en dat kon alleen maar leiden tot wanhoop en mislukking. Zonder geloof zijn we immers maar gewoon mensen. Alleen voor wie gelooft in God en Zijn Zoon Christus is niets onmogelijk.
God en godsdienst verdwijnen langzaam maar zeker uit onze samenleving, maar twijfelen wordt nog steeds gezien als zwakte, vooral als we twijfelen aan onszelf. Want in een wereld waarin economische groei functioneert als een nieuwe godsdienst, hebben we gelovigen nodig die op zichzelf vertrouwen, die geloven in zichzelf, een samenleving van allemaal godjes, een samenleving waarin liberalisme is verheven tot norm.
Ontdek wie je bent! Wees jezelf! Geloof in je zelf! Presteren! Het podium op en vooral: Genieten! (De aanwezigheid van het woord niet in genieten fascineert mij. Geniet als het voltooid deelwoord van het niet-bestaande werkwoord nieten (niet te verwarren met vastnieten), wat zoiets zou kunnen betekenen als minder worden en verdwijnen. Wat gebeurt er als je geniet (wordt)?)
In een samenleving waarin het liberalisme tot ad absurdum wordt doorgedreven bevinden zich uiteindelijk alleen individuen die geen twijfel en zelfspot kennen en concurrenten van elkaar zijn. Weliswaar kunnen gelijkgestemde individuen weer nieuwe groepen doen ontstaan, maar ook binnen zo'n groep zal altijd een mores heersen en een behoefte aan hogerop, desnoods ten koste van de ander. Men zal elkaar mores leren, ook liberalen kennen het vingertje van de dominee. Wie de Nederlandse politiek een beetje volgt weet dat we nog steeds geen afscheid hebben genomen van domineesland.
Ik heb in toenemende mate de indruk dat ik leef in een wereld waarin iedereen moet blaken van zelfvertrouwen, waarin een ieder moet geloven in zichzelf en zijn kwaliteiten en vaardigheden, waarin een ieder in zijn kracht moet staan (een buitengewoon lelijke uitdrukking, maar wel één die tekenend is: wie niet vol zelfvertrouwen in zijn kracht staat, zit schijnbaar zielig onzeker in zijn zwakte). Natuurlijk is er niets mis met zelfvertrouwen, integendeel, maar als zo vaak wordt een mooie eigenschap gebruikt om iets op te leveren, een middel tot een doel verheven.
Hoe los je een pandemie en klimaatcrisis op in een samenleving waarin iedereen zelfbewust alleen voor zichzelf en zijn eigen belangen opkomt. Dan is er immers niet alleen de arrogantie van de macht, dan is er ook de arrogantie van het individu. Ik leef in een land waar iedereen vindt dat de ander zich aan de regels moet houden, maar waar iedereen ook vindt dat hij of zij voor zichzelf een uitzondering mag maken.
Diegene die oproept het eigenbelang op te offeren aan het algemene belang krijgt maar zelden applaus. Solidariteit, was dat geen vakbond in Polen?
Ik twijfel, elke dag, aan mezelf, aan wat ik vind, aan wat ik kan, aan wat ik hierboven geschreven heb. Ik ben geboren onder het gesternte van de twijfel, ik ben als het ware de vleesgeworden twijfel (daar twijfel ik niet aan, of toch …). Ik vecht er niet meer tegen, ik probeer niet zelfverzekerd te zijn als ik het niet ben, ik forceer geen doortastendheid meer, ik probeer niet meer nadrukkelijk sterk te zijn. Dan maar zwak in de ogen van anderen, dan maar passief en besluiteloos, dan maar nergens toe komen, dan maar niets presteren, dan maar een paria zijn in de samenleving van economische vooruitgang. Ik ben gestopt met werken aan mezelf, met mezelf te verbeteren en ontwikkelen ten dienste van de samenleving. Vreemd genoeg geeft deze beslissing om een middelvinger op te steken naar de druk van buiten om in de pas te lopen mij een onbestemd en twijfelachtig gevoel van zelfvertrouwen, een trouw zijn aan mezelf dat nog elke dag veroverd en heroverd moet worden, maar … een zelfvertrouwen.
2.12.2021
1834
Wanneer ik vind dat de tijd rijp is, stop ik de trompet van Chet Baker en klap mijn laptop dicht. No Problem. Schoenen en jas aan, boodschappentas onder mijn arm geklemd.
Ik loop door wat men een groenstrook noemt. De wind waait langs me heen, ik stel me voor dat het verloren gedachten zijn. Wellicht weten de bomen ze op te vangen en op te slaan als c o twee.
Tot mijn grote ergernis is er weer een boom omgezaagd. Schijnbaar is er wat mis gegaan, want de boom is op een lantaarnpaal terecht gekomen. Dat zal ze leren, vanavond wat minder licht in de duisternis.
In de spiegel zie ik hem achter me staan en betrap me op de gedachte dat hij op Arjen Lubach lijkt, maar dan wel een Turkse variant. Of ik wat wil drinken. Nee, dank je wel. De tondeuse standje twee zoemt en maakt me kaler dan ik al was. We spreken niet terwijl hij werkt, totdat hij vraagt of het zo goed is. Prima, uitstekend.
Thuis pak ik de boodschappen uit, schoenen en jas weer op hun plek. Ik open de laptop. Billie Holiday. Autumn in New York. Alsof de tijd niet voorbij gegaan is terwijl de tijd voortdurend voorbij gaat. De muziek streamt door mijn huiskamer, de opgeslagen adem van de zangeres klinkt en verdwijnt weer in het wit van mijn scherm.
1.12.2021
1833
Men zegt dat als men ouder wordt men meer herinneringen verzamelt. Het is daarbij de kunst om goede herinneringen te verzamelen, vooral met je kinderen, zodat ze later … Creating memories, hoorde ik in een reclameboodschap van een reisorganisatie. Vreemd genoeg heeft niemand het er over dat naarmate je ouder wordt er minder overblijft om te verwachten. De resterende tijd vermindert niet alleen, het verdicht ook. Het creëert onrust, je weet niet hoe lang je nog hebt, ik moet opschieten, nog zoveel boeken in de kast om te lezen.
Ik heb weinig nodig - muziek, een film, een foto - om terug gekatapulteerd te worden in mijn herinneringen, terug te verlangen naar een vroegere tijd, daarbij melancholisch te worden, ook al weet ik dat mijn leven toen ook niet ideaal was. De aantrekkingskracht van die herinneringen is misschien niet zozeer de inhoud, maar het idee dat er toen nog zoveel mogelijk was, dat het leven nog zoveel kanten op kon. Soms is het verlangen naar die tijd zo groot - de tijd dat ik die muziek voor het eerst hoorde, de film voor het eerst zag, iemand voor het eerst ontmoette -, dat ik eenvoudigweg de muziek, de film nu niet meer verdraag.
De tijd tussen zomer 1986 en voorjaar 1993 is misschien niet de meest gelukkige tijd geweest, maar wel de tijd die in mijn geheugen steeds boven komt drijven, de tijd dat alles nog mogelijk leek, de tijd waar ik - sentimentele oude man - soms zo naar terug verlang. Het is een pijnlijk verlangen, want wat geweest is, komt nooit meer terug. Ik kan luisteren naar de muziek, ik kan kijken naar die film, ik kan bladeren in mijn dagboeken en teruglezen wat ik in die tijd schreef, maar nooit meer word ik die jonge man voor wie de toekomst nog open lag.
28.11.2021
1831 honderd woorden (18)
Mijn leven is volstrekt onbeduidend. Op een dag ben ik er niet meer en afgezien van een handjevol mensen zal niemand mij missen. Die mensen zullen er op een dag ook niet meer zijn, zodat ergens in de toekomst niemand zich mij meer zal herinneren. Ik laat niets van betekenis achter, mijn dood zal geen nieuwsbericht zijn, over mij zullen geen boeken geschreven worden. Misschien dat er ooit iemand een stamboom maakt waarin mijn naam zal voorkomen, maar meer dan een administratieve vermelding zal ik niet zijn. Herinneringen zijn als een kielzog, ze verdwijnen in de zee van de tijd.
24.11.2021
1830 honderd woorden (17)
Ik voel me gelukkig, toch heb ik gedachten die me verontrusten en somber maken. Ik heb geen ambities, toch ben ik niet lui en heb ik het gevoel dat de tijd me ontglipt. Ik ben niet onverschillig, maar uit zelfbescherming distantieer ik me van de ander. Ik ben niet ongevoelig voor aandacht, maar ik sla op de vlucht wanneer ik aandacht krijg. Ben ik alleen dan verlang ik naar mensen, maar ben ik onder mensen dan verlang ik naar alleen zijn. Ik ben die ik ben, toch hou ik van mezelf. Gedachten vol tegenstrijdigheden, toch maken ze een illusie: ik.
23.11.2021
1828 honderd woorden (16)
Terugkijken op je leven en je afvragen wat er gebeurd zou zijn als je ergens in je leven een andere afslag genomen had. De aanleiding voor zo'n gedachtenexperiment is vaak ongemak met je huidige leven. Toch weet je niet of een andere keuze je een beter leven zou hebben opgeleverd. In mijn geval: dan had ik waarschijnlijk niet de kinderen gehad waarvan ik me niet meer kan voorstellen dat ze er niet zouden zijn. Het is onmogelijk om alle consequenties van een andere keuze te overzien. Daarom ga ik ervan uit dat mijn huidige leven altijd de beste variant is.
21.11.2021
1827 honderd woorden (15)
De wereld is rond, de natuurlijke processen verlopen in cycli, maar wij mensen willen vooruit, omhoog, ontwikkelen. Natuurlijk, je zou kunnen zeggen dat er vooruitgang is geboekt: beter voedsel, betere medische zorg, betere bescherming tegen de elementen. Toch moeten we vrezen dat onze manier van leven de wereld onleefbaar heeft gemaakt. Ik maak me daar ernstig zorgen over, weliswaar niet voor mezelf, maar voor mijn kinderen. Maar we moeten verder, elke dag, in een fenomeen dat we leven noemen, een fenomeen dat alleen maar complexer lijkt te worden. Laten we daarom terugkeren naar eenvoud en weer in rondjes blijven draaien.
20.11.2021
1826 honderd woorden (14)
Er zijn momenten dat ik me afvraag wanneer ik moet stoppen met proberen. Wanneer ik een bepaalde passage in een pianowerk niet foutloos kan spelen, hoelang moet ik er dan nog op studeren? Als ik een fragment in een boek niet begrijp, hoe vaak moet ik dan nog proberen de betekenis te achterhalen? Ik begrijp niets van poëzie, moet ik wel poëzie willen lezen? Ik pas niet in deze wereld, in deze samenleving, wordt het dan niet eens tijd om het maar op te geven? Een eigenaardig effect van stoppen met proberen is, dat het dan vaak ineens wel lukt.
19.11.2021
1825 honderd woorden (13)
Er zijn mensen die denken dat we allemaal met een reden geboren zijn, dat we allemaal een taak hebben en dat we de plicht hebben die taak te volbrengen. Ik geloof daar geen barst van. Mocht het waar zijn dan was het wel fijn geweest dat we bij onze geboorte voor alle duidelijkheid meteen een taakopdracht hadden ontvangen. Bovendien vind ik het een respectloze gedachte voor al die mensen die door oorlog, honger, ziekte te vroeg zijn gestorven. Dat het leven inherent geen zin heeft, maar ook niet vruchteloos behoeft te zijn, vind ik nog steeds een uitermate bevrijdende gedachte.
17.11.2021
1824 honderd woorden (12)
Begrijp me niet verkeerd, wanneer ik mensen bekritiseer en negatief over ze spreek, dat doe ik niet omdat ik ze als mens zou afwijzen. Het is het gedrag waar ik vaak moeite mee heb. Maar ik zie achter dat gedrag nog altijd de mensen die net zo menselijk zijn als ikzelf ben. Breng mij naar een winkelgebied in een stad en ik ben na enkele minuten doodmoe van al die blikken, houdingen, haast, lawaai … Dat heb ik altijd al min of meer gehad, maar nu lijkt het tig maal zo sterk binnen te komen. Ik verdraag het eenvoudigweg niet meer.
8.11.2021
1822 marginalia (9)
Altijd lastig wanneer er iemand dood gaat die bij het grote publiek zeer geliefd was, terwijl ik de man niet kon uitstaan. Hij had een toontje in zijn stem dat mij deed schakelen naar een andere zender als hij in beeld kwam. Er zat een venijnig dedain in zijn stem, iets zeurderigs ook en een ieder die anders dacht kon op zijn spot rekenen. Wellicht had hij zijn onsympathieke kant nodig om succesvol te zijn en hij heeft zeker zijn verdiensten gehad. Hij had oog voor rechtvaardigheid en wist misdaadzaken op te lossen waar anderen te vroeg waren gestopt. Velen zijn hem dankbaar, vinden hem een held. Maar het lukt me niet om hem posthuum aardig te gaan vinden, nog steeds ontwijk ik de berichtgeving over hem op televisie. Cynisch om door een misdaad om het leven te komen als misdaadverslaggever.
* * *
Ik begrijp vrouwen niet. Ik begrijp mannen ook niet. Wellicht begrijp ik mensen eenvoudigweg niet en mezelf nog wel het minste van iedereen.
* * *
Er zijn zaken die ik wellicht nooit zal begrijpen. Zoals het Eurovisie Liedjesfestival. Waarom mensen zo massaal vallen voor dit festival is me een raadsel, helemaal als ik de liedjes beluister. Wat er zo uitzonderlijk aan deze liederen is ontgaat me ten enen male. Honderd in een dozijn, geen groot verschil met wat ik al eens in mijn leven gehoord heb. Is het misschien daarom dat de muzikale magerte overspoelt dient de worden door een gigantisch visuele show? Is dat nodig omdat anders elke liedje genadeloos door de mand valt wanneer het in alle rust, beschenen door twee eenvoudige spotlights, centraal komt te staan op een verder leeg podium? En dan de heiligverklaring van Duncan Laurence … Vreemd, uitermate vreemd.
25.10.2021
1821
Silence is where we hear something deeper than our words. All of us know that the most essential things in life are exactly what we can't express: our relation to faith, our relation to love, our relation to death, our relation to divinity. So I think silence is the resting-place of everything essential.
In Pursuit of Silence, 23:50
14.10.2021
1820 zonder context (104)
Alles beweegt, vervliegt, verandert, vloeit of wijkt; / steeds anders zijn de zee, de berg, het oog dat kijkt.
Antonio Machado Gedichten, 41
Ik werd getroffen door de gedachte: waar zouden wij mensen zijn als er geen goede, trouwe aarde was?
Robert Walser De wandeling, 74
Inderdaad houd ik van al het rustige en rustende, van zuinigheid en matigheid en heb ik tot in het diepst van mijn hart een afkeer van al het gejakker en gejacht.
Robert Walser De wandeling, 32
Hoe betekenis te vinden wanneer je tijd van leven lijkt te zijn veranderd in het uitzitten van straftijd?
Hagar Peeters 'Berichten tot bijstand van disfuncionele gezinnen in coronatijd' in: Het liegend konijn 2021/1, 250
Ik geloof in de aanmodderende mens / in de mens die niet weet waar ie aan toe is.
Frans Kuipers 'Zonnesteen' in: Het liegend konijn 2021/1, 136
Hij zei me dat ik mijn leven aan het vergooien was, ik was een eenzaam iemand die een stompzinnig boek schreef.
Shaun Prescott Het verdwijnen, 109
de lucht is schoon, de straten verlaten / de hemel was nog nooit zo helder
Hanneke van Eijken 'Quarantaine' in: Het liegend konijn 2021/1, 80
4.10.2021
1819
U wilt weten waarom ik zo boos ben?
Bent u wel eens verliefd geweest? Ja? Dan weet u dat het u kan overkomen. U ziet iemand en u weet het. Niet alleen vlinders in de buik, nee, u stroomt vol energie, de wereld lacht u toe en u lacht de wereld toe. Borst vooruit, hoofd omhoog, u trotseert de zwaartekracht, u hebt het gevoel los te komen van de aarde, u zweeft met uw hoofd in de wellicht roze wolken. U verlangt, u verlangt naar het leven omdat u verlangt naar die ene. En de mensen glimlachen naar u, ze voelen uw energie, iedereen wil wel met u praten. Alles wordt licht, niets kost meer moeite, het leven is een schaterlach.
U wilt weten wat ik bedoel met depressieve gevoelens?
Bent u ooit depressief of somber geweest? Nee? Wel, het kan u ook overkomen. U wordt op een dag wakker en dan weet u het. Er groeit een steen in uw hoofd. U begint de zwaarte te voelen. De steen wordt naar beneden getrokken. Alsof de kracht van drijfzand uw gedachten naar het duister van de onderwereld trekken. Uw energie om weerstand te bieden vloeit langzaam maar zeker weg. U voelt angst. U raakt in paniek.
Mensen wenden zich van u af, ze denken dat uw steen besmettelijk is. Er zijn mensen die denken dat u zich aanstelt. Er zijn zelfs mensen die opperen dat u zich in een slachtofferrol wentelt.
U bent blij dat u nog kunt huilen, want dan weet u dat u nog iets voelt; uw lach is pijnlijk. U heeft nog één zwak verlangen en dat is het verlangen om weer te verlangen. Het verlangen naar uzelf zonder steen in uw hoofd. Zodat u weer verliefd kunt worden. Op het leven.
Misschien kan een neuroloog u op een scherm laten zien hoe door verliefdheid de genotscentra in de hersenen oplichten als kerstverlichting. Misschien kan dezelfde neuroloog u ook laten zien hoe bij sommige mensen de lichtjes dimmen en uitgaan.
Daarom vraag ik u, zou u iemand die versteend van angst het drijfzand trotseert, iemand die stil - hij durft zelfs niet om hulp te roepen - en onbeweeglijk - weet u hoeveel het kost om onbeweeglijk te zijn? - probeert niet verder opgeslokt te worden, zou u iemand in zo'n situatie louter toeroepen dat hij maar beter zijn best moet doen? Zou u dan niet liever proberen vanuit uw arbo goedgekeurde bureaustoel op uw thuiswerkplek een touw toe te werpen, een tak aan te reiken of wtf u maar kunt verzinnen om diegene eruit te slepen?
Begrijpt u nu waarom ik zo boos en teleurgesteld … waarom ik zo woedend ben?
15.9.2021
1818 honderd woorden (11)
Zodra hij ontwaakt begint de carrousel te draaien. Dan wil hij verder slapen, maar hij weet dat dat onverstandig is. Niet verzetten, het op- en neergaan stopt vanzelf! Tijdens het ontbijt surft hij wat en bij een banaal filmpje stromen de tranen en alles wordt zwaar. Hij wil lezen, maar weet na twee bladzijden al niet meer wat hij leest. Hij wil schrijven, maar vreest het wit, de leegte, de verlatenheid. Niet in de afgrond kijken! Wanneer hij zijn wandelschoenen aantrekt, denkt hij aan de dichter. Kom, zegt hij, laten we de wind een hand geven en de horizon begroeten!
14.9.2021
1817 honderd woorden (10)
Hij liep al zo moeilijk toen ze hem pootje lichten. Jullie overvallen me, zei hij. Je liep zo slecht, antwoordden ze, het is niet persoonlijk, maar als het zo gaat weten we niet of we verder met je willen lopen. Ik ben zo moe, zei hij, misschien moet ik een tijd uitrusten, ik wil de reis graag afmaken. Hij mocht twee weken uitrusten. Twee weken om de opengereten littekens en de schaafwonden van zijn val te genezen, twee weken om weer op te staan. Twee weken om zich af te vragen: waarom. Binnenkort moet hij verder, op de voet gevolgd.
4.9.2021
1816 honderd woorden (9)
Mijn schrijven volgt innerlijke maanstanden waardoor het soms voor lange tijd eb en soms voor lange tijd vloed is. Al durf ik nauwelijks te reppen van 'mijn schrijven', ik ben immers geen schrijver. Ik ben niet iemand die elke dag schrijft, zelfs niet in mijn aantekeningen- en dagboek. Ik beschik niet over het heilig vuur van een schrijver, nee, dat vuur wil bij mij geen vlam vatten. Of het tij ooit weer zal keren, dat weet ik niet. Ik wacht op het wassende water en loop langs de vloedlijn om te zien en lezen wat de zee achter heeft gelaten.
18.8.2021
1814 zonder context (103)
Ze denkt, elke volgende zin is een afgrond.
Judith Hermann Lettipark, 142
De angst om niets van je leven te kunnen maken wordt opgeheven door het besef dat het er ook eigenlijk niets toe doet.
Hans Maarten van den Brink 'Zwart' in: De Gids 2020/6, 19
Het donker begint wanneer wij het verlichten.
Wytske Versteeg 'Chiaroscuro' in: De Gids 2020/6, 13
Alleen vrijwillige, bezielde zelfbeheersing kan de mens boven de wereldomspannende stroming van het materialisme verheffen.
Aleksandr Solzjenitsyn 'Een verscheurde wereld' in: Nexus 85, 190
Alle bejubelde technologische prestaties van de vooruitgang, inclusief de verovering van de ruimte, wegen niet op tegen de morele armoe van de twintigste eeuw, die niemand in de negentiende eeuw – zo kort geleden – zich had kunnen voorstellen.
Aleksandr Solzjenitsyn 'Een verscheurde wereld' in: Nexus 85, 188
Tegenwoordig begint de welvaart in het leven van de westerse samenleving de kwaadaardigheid die achter het masker schuilt te onthullen.
Aleksandr Solzjenitsyn 'Een verscheurde wereld' in: Nexus 85, 178
Mijn ideeën zijn als spookgestalten, ze dansen vlak voor me zonder dat ik ze grijpen kan.
Honoré de Balzac De huid van chagrijn, 142
26.7.2021
1812 honderd woorden (8)
Het schilderij met een afgebeelde pijp, u kent het vast wel. De schilder heeft er onder gezet dat het geen pijp is om te benadrukken dat het een afbeelding is gemaakt met olieverf op linnen. Het schilderij heet La Trahison des Images, het is een spelletje. De schilder legt een verklaring af, dat er zich tussen de werkelijkheid en onszelf een niemandsland bevindt, een ruimte van taal, tekens en afbeeldingen. Semiotiek noemen filosofen dat en ik vraag me af hoe een wetenschapper iets kan onderzoeken door het iets te gebruiken om het te onderzoeken. Ceci ne sont pas cent mots.
27.6.2021
1811 honderd woorden (7)
Je bent altijd zo negatief, je ziet alleen maar problemen. Deze verwijten zijn me meerdere malen gemaakt, vooral door vrouwen die me lief waren. De verwijten verbaasden mij, omdat ik ten diepste lijd aan een optimistisch gemoed. Waarom het onverwoestbare vertrouwen, dat alles uiteindelijk altijd goed zal komen mij maar niet wil verlaten, is mij ook een raadsel. Misschien komen mijn negatieve gedachten juist voort uit mijn optimisme, omdat ik altijd voor ogen houd dat de wereld mooier en rechtvaardiger kan zijn, zodat de werkelijkheid wel moet tegenvallen. Alleen pessimisten zijn immer vrolijk, voor hen valt het leven altijd mee.
26.6.2021
1810 honderd woorden (6)
Voor veel mensen is het leven een uitroepteken en zo willen zij ook leven. Voor mij is het leven een vraagteken en zo wil ik leven. Het is een vraag zonder antwoord. Er zijn zoals in detectives soms aanwijzingen, maar de zaak zal zich nooit sluiten en de dader zal niet gevonden worden. Eeuwenlang hebben mensen aanwijzingen verzameld, voorlopige conclusies getrokken, gemeend antwoorden te vinden en er een mooi en vaak intrigerend verhaal van gemaakt. Ik deel met hen de verwondering. Het is één van de redenen waarom ik zo graag lees en boeken verzamel. Mensen met uitroeptekens schrijven niet.
19.6.2021
1809 honderd woorden (5)
Soms wanneer ik wakker word, weet ik dat hij er is. Ik zeg hem goedemorgen, ik ontbijt met hem, we drinken samen koffie en we babbelen. Soms lachen we een pijnlijke lach, dan weer zijn we stil en voel ik zijn zwaarte. Maar ik vecht niet met hem en al negeer ik hem ook niet, ik doe verder gewoon wat er gebeuren moet met hem in dezelfde ruimte. Op een gegeven moment merk ik, dat hij vertrokken is, zomaar, zonder gedag te zeggen. Dan zie ik weer die alledaagse, geruststellende saaiheid van het bestaan en ben ik verlost van mezelf.
16.6.2021
1808 honderd woorden (4)
Ik hoef niet alles te weten. Ik hoef niet alles te zien. Of te horen. Ik wil alles lezen, maar ik weet, dat ook dat niet hoeft, laat staan dat het mogelijk zou zijn. Ik behoor tot de generatie die op volwassen leeftijd moest leren omgaan met de oeverloze hoeveelheid informatie die internet biedt. Dat waar ooit moeite voor gedaan moest worden, was nu met een muisklik bereikbaar. Maar vaak onbetrouwbaar en manipulatie ligt altijd op de loer. Men kan hopeloos verdrinken in de corrupte informatie die internet biedt. Minimalisme wat betreft nieuws en informatie geeft ruimte in mijn denkwereld.
13.6.2021
1807 honderd woorden (3)
De laatste tijd dient de slaap zich steeds vaker aan wanneer ik aan het lezen ben. Mijn ogen worden zwaar, kunnen zich steeds slechter focussen en geruime tijd later word ik wakker met het boek nog in mijn handen. Het maakt niet uit waar ik me bevind, in mijn leesstoel, liggend op de bank of lezend aan de eettafel of bureau. In slaap vallen is een vreemd fenomeen, ik heb er geen herinneringen aan, het gebeurt eenvoudigweg. Het is ergerniswekkend, het komt tussen mij en het lezen van een boek. De slaap dient zijn plek te kennen, in mijn bed.
9.6.2021
1806 honderd woorden (2)
Een deel van mijn leven bestaat uit routines. Handelingen die ik elke dag ongeveer hetzelfde doe. Wellicht komen ze voort uit mijn behoefte aan orde. Alhoewel ik niet rigide ben in mijn ordelijkheid en geen man ben die schematisch leeft, functioneer ik beter wanneer bezigheden tamelijk voorspelbaar verlopen, zodat ik me kan concentreren op wat ik het liefste doe. Pas als de wereld buiten mij me niet voortdurend afleidt, kan ik me bezig houden met het temmen van mijn onrustige gedachten. Liever geen chaos in mijn zichtbare wereld, omdat ik er onder mijn schedel al meer dan genoeg van heb.
5.6.2021
1805
Economische vooruitgang is onze nieuwe religie. Zoals in vroeger tijden vroomheid onze status bepaalde, zo bepaalt tegenwoordig onze werkzaamheden en vooral onze productiviteit onze positie. Gasten in talkshows die iets gedaan hebben wat maakt dat ze de dure zendtijd mogen komen vullen, vertellen niet zelden dat ‘het wel hard werken was’. Zij hebben als een heilige offers gebracht voor het algemeen welzijn. Of gewoon voor ons vermaak, want niet zelden zijn het gasten die uitblinken in één of andere vaardigheid, sport of het zingen van een liedje bijvoorbeeld. Wij dienen deze harde werkers te bewonderen. Of zoals bij de harde werkers van weleer: wij dienen de heiligen te aanbidden.
Productief zijn is een belangrijk onderdeel van onze samenleving. Wie niet bijdraagt aan de vooruitgang van - bij voorkeur - onze economie, is mede verantwoordelijk voor stilstand en stilstand kan niet rekenen op bijval. Wij wensen beweging, voortdurende beweging naar … ja, wat? Een betere wereld? Welvaart? Of zoals religieuze mensen hun beloning voor hun offers in andere wereld verwachten, zo verwachten wij onze beloning ergens in de toekomst van ons leven, al was het maar de bewondering die ons ten deel valt. Of een lintje van de koning. We willen graag Iemand zijn, wij willen graag Bijzonder zijn, heilig. Onze zogenaamde seculiere wereld is ten diepste een religieuze seculiere wereld, we hopen nog steeds op een paradijs, waar dan ook, wanneer dan ook. Zoals vroeger de kerk de vrijheid van mensen beperkte met waarden en normen, zo beperkt de samenleving nu mensen met waarden en normen volgens het evangelie van het liberalisme: wij moeten allen ons steentje bijdragen (lees: gij zult hard werken ende productief zijn) aan een betere economie en nog meer welvaart. Roem, geluk en eventueel een uitnodiging voor een talkshow voor fifteen minutes of fame zullen uw deel zijn. We hebben nog steeds een protestantse ethiek van een arbeidzaam leven, zonder protestants te zijn.
Hoeveel welvaart kan een mens aan? Vanaf welk punt gaat toenemende welvaart ten koste van welzijn? Wanneer wordt welvaart zo complex dat de instandhouding ervan een toename van oververmoeidheid en depressie veroorzaakt? En dan heb ik het nog niet eens over de vervuiling van onze leefwereld.
Ik ben uit de kerk van economische vooruitgang gestapt, ik ben een ongelovige geworden, al heel lang geleden. Mijn wandeltempo in het leven mag in de ogen van anderen een vorm van stilstand zijn, mij bevalt het. Ik houd zoveel mogelijk de complexiteit van onze samenleving buiten de deur. Mijn soberheid zal in de ogen van anderen armzalig zijn, ik zie het als mijn rijkdom. Mijn televisie blijft steeds vaker uit en ik heb geproefd van de sociale media, maar de nasmaak ervan maakt dat dit ingrediënt langzaam maar zeker steeds vaker ongebruikt zal blijven. Onnodige spulletjes schaf ik niet aan, de eredienst van het consumentisme bezoek ik niet meer (toegegeven, alleen wat betreft boeken lukt dat niet zo goed).
Het is 2 juni 2021. Ik zit aan mijn eettafel een tekst te tikken op mijn laptop, omringd door boekenkasten met boeken. De muziek zwijgt, maar door de openstaande deur naar het balkon hoor ik de vogels zingen. Wanneer ik naar buiten kijk, zie ik het door de zon beschenen lentegroen van de bomen. Ik ben het eens met de boeddhisten: er is geen weg naar geluk, geluk is de weg. Mijn geluk is, dat ik kan en mag toegeven aan de stilte en de eenvoud van het moment, waarbij ik geen gehoor meer hoef te geven aan de oproep tot het gebed de samenleving te dienen met hard werken. Dat is mijn luxe, dat is mijn rijkdom. Geen behoefte aan een licht aan het einde van een duistere tunnel, want mijn wereld wordt manmoedig beschenen door het schijnsel van mijn lantaarntje. Op klaarlichte dag.
2.6.2021
1804 zonder context (102)
En hij [Vladimir Nabokov] lanceert een verontrustend gedachte-experiment: 'Stel dat we op een dag wakker worden en ontdekken dat we totaal niet meer in staat zijn om te lezen?'
Irene Vallejo Papyrus, 355
Een zeker ongemak voelen is onderdeel van de leeservaring; er schuilt veel meer pedagogie in verontrusting dan in verlichting.
Irene Vallejo Papyrus, 257
In de woorden van Jacques Lacarrière: Herodotos spande zich in om de vooroordelen van zijn Griekse landgenoten weg te nemen door het te laten zien dat de scheidslijn tussen barbarij en beschaving nooit een geografische grens is tussen verschillende landen, maar een morele grens binnen elk volk, sterker nog, binnen elk individu.
Irene Vallejo Papyrus, 217
In mijn geval voert alles terug naar de kindertijd, en ik geloof dat daar een essentiële reden voor is: mijn eerste contact met literatuur verliep via het voorgelezen worden, de veelsprong waar alle tijden samenkomen – het heden van het schrijven en het verleden van de oraliteit; het verliep als klein theater met slechts een toeschouwer, als vaste afspraak, als bevrijdende smeekbede.
Irene Vallejo Papyrus, 129
Ik ben groot geworden, maar heb nog steeds een zeer narcistische verhouding met boeken.
Irene Vallejo Papyrus, 128
Ik stel me voor dat ik de bibliotheek van Alexandrië binnenga – het moet een ervaring zijn vergelijkbaar met wat ik voelde toen ik voor het eerst op internet surfte: de verrassing, de duizeling van de immense ruimte.
Irene Vallejo Papyrus, 45-46
Hoewel het hem onmogelijk was aan een magische invloed te geloven, bewonderde hij de toevalligheden van het menselijk leven.
Honoré de Balzac De huid van chagrijn, 41
24.5.2021
1803 honderd woorden (1)
Foto's en filmpjes online van massa's mensen in diverse steden. Koningsdag, voor veel mensen een dag om feest te vieren en dat laten ze zich niet ontnemen. Dus op hun vrije dag verlaten mensen hun huizen en trekken de stadsparken in om gezelligheid te zoeken. Corona of niet. Een dag later zitten ze wellicht allemaal vanaf twaalf uur met hun biertje trots op een terrasje. Nu maar hopen dat diezelfde mensen straks niet hun feestje moeten voortzetten op de corona afdelingen van een ziekenhuis of, als er nog genoeg plaatsen beschikbaar zijn, op de ic-afdeling. Blij dat ik republikein ben.
28.4.2021
1802 brieven aan A. (12)
Lieve A.,
Een mevrouw vertelde voor de camera dat er soms dagen zijn dat ze haar eigen stem niet hoort. Ze keek erbij alsof dat het heel erg was en ik wilde best geloven dat het voor haar verschrikkelijk is. Een dag niemand om mee te praten, een dag geen aandacht, dat moet wel heel eenzaam zijn. Dan hoef je voor de camera niets uit te leggen, dat begrijpt iedereen.
Het komt geregeld voor dat ik een dag niemand spreek. Het zijn de dagen waarop ik juist mijn stem hoor. Het zal voor velen verwonderlijk zijn dat ik mijn eenzaamheid koester. In deze tijd waarin mensen zo hunkeren naar sociaal contact, voel ik me als een vis in het water in mijn alleenzaamheid. Natuurlijk, ik heb contact met collega's en ik zie mijn kinderen geregeld, ik maak wel eens een praatje in de wandelgangen van de flat of ik wissel even een paar woorden met een medewerker van de Albert Heijn – er valt zo nu en dan niet aan te ontkomen –, maar op vrije dagen komt het voor dat ik 's avonds kan constateren dat ik die dag niemand heb gesproken en dat ik dat uitermate prettig vind.
Ik voldoe daarmee niet aan het beeld van een geslaagd en succesvol leven. Ik heb geen baan waarmee ik veel centjes verdien, ik heb geen grote auto, ik heb geen rijk sociaal leven, ik ga niet op vakantie … om maar een paar aspecten te noemen waaraan vaak gedacht wordt bij een geslaagd leven. Afgezien van mijn kinderen zal ik ook niets nalaten, geen enkel spoor. De gedachte ooit een boek te schrijven is maar spel, iedereen weet dat ik geen schrijver ben en dat dat boek er nooit zal komen. Ik ben niet gevoelig voor het idee dat je iets zou moeten bereiken in je leven, dat je je dromen zou moeten najagen. Dat anderen dat wel doen en er wellicht gelukkig van worden, prima, ik laat liever geen voetstappen achter. Voor mij is de gedachte dat het leven volstrekt nutteloos en zinloos is een bevrijdende gedachte. Ik hoef niet mijn best te doen om in de hemel te komen, hoe je die hemel dan ook wilt omschrijven. Als ik iets van Nietzsche heb overgenomen dan is het wel dat ik mijn leven omhels zoals het is, mijn eenvoudige leven met al zijn vrolijke en verdrietige momenten, ik zou geen ander leven wensen, want het is mijn leven. Dat is mijn luxe.
Ik hecht ook steeds minder aan mijn principes, opvattingen, meningen. Ze zijn niet meer uitgesproken en ik merk dat ze steeds vaker bij gelegenheid zijn, een momentopname. Ik hoor mezelf in een gesprek van alles beweren en ik wist niet dat ik er zo over dacht. Daarom is een goed gesprek op z'n tijd altijd welkom, dan kom ik er weer achter wat ik vind. Toch zullen er ergens op de bodem van mijn gedachten, op een plek waar bijna geen licht meer valt, vast wel een aantal principes hebben postgevat, maar ik laat ze daar kwijnen. Ik voel geen behoefte meer aan een vastomlijnd wereldbeeld die je als een bastion om je heen kan bouwen. Voordat je het weet kijk je door een bril waarmee je de wereld kunt verklaren door alles aan de blokkendoos van jouw wereldbeeld aan te passen. Ik kom ze tegen, die versteende mensen die volledig overtuigd zijn dat zij alles juist zien omdat zij alles naar hun illusies toe kunnen verklaren. De laatste tijd ging het in de media vaak over complotten, maar ik vermoed dat elke religie, politieke overtuiging of wat dan ook, wezenlijk een complot in zich draagt.
De wereld als een kippenren waarin mensen luid kakelend voortdurend meningen, opvattingen als een onvruchtbaar legsel uitpoepen. Allemaal met de beste bedoelingen, om de wereld te verbeteren, om onrechtvaardigheid te bevechten of om zelfs een paradijselijk wereld te willen creëren. En, dames en heren jongens en meisjes, heeft al dat gekrakeel wezenlijk iets opgeleverd?
Ik doe er steeds vaker het zwijgen toe en wellicht is dat ook de reden dat mijn website steeds stiller wordt. Achttien jaar is het nu, een leeftijd waarop een mens meerderjarig wordt. Ermee stoppen kan ik niet, ik geef toe dat de mogelijkheid en de ruimte die het me biedt me dierbaar is. Een plek waar ik me zo nu en dan even kan terugtrekken om in alle stilte en alleenzaamheid mijn ei te kunnen leggen. Totdat de Kippenboer mijn productiviteit te laag vindt en mijn kop op het hakblok legt.
Vaert wel ende levet scone,
jwl
24.4.2021
1801
En hij opent de buitendeur en loopt een eindje de Markt op en hij legt zijn hoofd in zijn nek en kijkt naar de drie verlichte ramen op de eerste verdieping, en door het middelste raam ziet hij haar, ze veegt de vloer met gebogen hoofd en rug, en ze beseft het niet, maar ze wordt ingesloten door het gebouw van de apotheek en het enorme boven haar uittorenende bankgebouw, en buiten de ramen, waar hij is, loert de duisternis op haar en haar droeve eenzaamheid zweeft door de ruiten naar hem toe, en hij staat naar haar te kijken en hij denkt dat haar schuld met hem te maken moet hebben, dat kan niet anders, hij zou haar kunnen vergeven als hij wist wat ze had misdaan en dan zou ze hem vrijlaten. En alsof ze zijn blik voelt kijkt ze op en ze ziet hem in de lichtkring van de lantaarn voor het huis staan, en ze aarzelt, maar ze kan het niet laten, ze opent het raam en leunt naar buiten, wat doe je, roept ze, en hij geeft geen antwoord, hij loopt naar binnen, de trap op, en zij heeft intussen het raam gesloten en de bezem weer gepakt, hij gaat in de vensterbank zitten en volgt haar bewegingen met zijn ogen, en hij zegt dat hij op weg was naar huis. Ik ga zo met je mee, zegt ze, en hij zegt dat hij het niet over haar huis had maar over de zijne, en ze stopt met vegen en ze vraagt waar dat dan is, en daar heeft hij geen antwoord op, hij weet het niet, en een benauwd gevoel vult zijn borst, alsof hij voorgoed in haar fantasie zit opgesloten, afgesneden van de wereld waar de jaren van zijn echte leven ongemerkt voorbijglijden.
Anjet Daanje De herinnerde soldaat, 431
2.4.2021
1800 zonder context (101)
There is a persisting attraction in the escape from the company of others.
David Vincent A History of Solitude, 257
We cannot yet know how the digital natives will perform as they grow up to be lovers, parents, and pensioners and face new challenges in moving between electronic and verbal communication.
David Vincent A History of Solitude, 249
The digital revolution represents the culmination of the search not only for sociability but, as important, also for its absence.
David Vincent A History of Solitude, 247
The key question is under what circumstances solitude tips over into loneliness.
David Vincent A History of Solitude, 240
De punt aan het eind van een zin is de dood, die dood moet worden uitgesteld.
Arnon Grunberg 'Rijneveld en de buitenwereld. Jus blijft jus' in: De Groene Amsterdammer 2021/6, 57
Me in deze tijden staande houden komt er steeds meer op neer dat ik weet wat ik wel en niet wil weten.
Marja Pruis 'God' in: De Groene Amsterdammer 2021/6, 65
Tussen de woorden in de stilte. Daar gebeurt het!
Roeland Schweitzer Tao Te Tjing voor kinderen en andere volwassenen, tekst 11
Het kan heilzaam zijn om te beseffen dat achter je lijden niet per se een stoornis schuilgaat, maar een wereldbeeld.
Nina Polak Hoogmoed en zelfhaat: welkom in het hoofd van de hedendaagse student, de Correspondent
Niet van jezelf of je leven iets maken, maar het iets laten worden.
Dirk van Weelden 'Ik verdom het' in: De Gids 2020/5, 10
17.3.2021
1798
Niets ergers dan het theater van lijsttrekkersdebatten. Potje debattechnisch armpje drukken en kijken wie het meeste succes heeft met de ingestudeerde frasen en oneliners, met spinnen en framen, het is soms van een pathetische treurigheid, ik kijk en luister er niet meer naar. Bovendien, wie er aan de vooravond van de verkiezingen nog achter moet komen op wie of welke partij hij moet stemmen, die gedraagt zich als een student die op een avond het tentamen van de volgende dag toch maar eens gaat leren (en geloof me, ik was daar expert in). Beter is om de politiek te volgen buiten verkiezingstijd, bijvoorbeeld door een krant te lezen en zo nu en dan bij gelegenheid de debatten in de Tweede Kamer te volgen en dan bij voorkeur niet bij grote onderwerpen alleen, maar ook de alledaagse werkzaamheden. Als er dan een kamerlid is waarbij je steeds denkt juist, inderdaad, zo denk ik er ook over, dan is de kans groot dat diegene een goede vertegenwoordiger voor jou zou kunnen zijn. Alleen, de parlementsleden bij wie ik dat had de afgelopen jaren, keren niet terug en nu voel ik me verweesd en vervreemd van de partij waar ik altijd op stemde. Zoveel partijen en kandidaten en ik heb werkelijk geen idee op wie te stemmen dit jaar.
1.3.2021
1796
Het was niet het binnendringen van het parlement dat me zo verbaasde, dat immers was toch één van mogelijkheden geweest die kon voortvloeien uit de afgelopen tijd. Nee, het was vooral het circus van de berichtgeving en vooral de grote woorden die meteen aan de gebeurtenissen gekoppeld werden. Zoals elke recensent die een boek bijzonder mooi vindt het meteen bombardeert tot meesterwerk, tot het beste boek van het jaar enz., zo lijkt elke journalist en sommige particulieren op sociale media zo snel mogelijk te spreken van een historische gebeurtenis. Alsof het snel snel snel een label moet krijgen, beschreven en geduid moet worden, alsof snel snel snel opvattingen en meningen geventileerd moeten worden, zodat we de gebeurtenissen een plekje kunnen geven, een historisch plekje welteverstaan, en weer over kunnen tot de waan van de dag, het kopje koffie dat gezet moet worden, de boodschappen die gedaan moeten worden, met een mondkapje. Alsof er alles, alsof er niets gebeurd is. Wij, de toeschouwers hebben gezien en willen dit graag laten weten. Wij, de toeschouwers hebben er een mening over en willen dit graag ventileren. Like me, reageer als je durft. De kortademige nieuwsduiding regeert, de meningenfabriek schuift aan aan de tafel van de talkshows, met professionele verbijstering wordt kond gedaan, vertelt hoe het allemaal kon gebeuren, zodat iedereen straks weer rustig kan gaan slapen. Binnenkort een nieuwe historische gebeurtenis ….
17.2.2021
1795
Er was nachtvorst geweest, de grond was hard. Daar waar de modder door de regen een zuigende massa was, daar waren nu reliëfs van schoenafdrukken van vorige wandelaars zichtbaar. Hier en daar gevuld met tot ijs bevroren water, wit door de lucht eronder. Als kind liet ik het ijs graag breken om met verwondering naar de stukjes ijs te kijken, stukjes ijs die op glas leken. Gebroken spiegels. Er lag rijp als witte aanslag op de bladeren, bladeren die dan zo lekker knisperen wanneer ik er overheen loop. De rijp op de takken begon te smelten, zodat het knisperen werd vermengd met het geluid van vallende druppels.
Ik wandelde in het bos, nu wandelt het bos in mij.
10.1.2021